id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
17942 | ijsberen | drentelen: drentele (Ubachsberg) | lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)] III-1-2 |
32907 | ijzeren gaffel, oogstgaffel | gaffel: gafǝl (Ubachsberg), hooigaffel: [hooi]gafǝl (Ubachsberg), oogstgaffel: ōxs˲gafǝl (Ubachsberg) | Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3 |
33613 | in de moestuin werken | gardenieren: gardeneere (Ubachsberg), in de gaarde werken: in der gaad werke (Ubachsberg), in de koolhof werken: in de koeleuf werke (Ubachsberg) | [N P (1966)] I-7 |
20684 | in de schil gekookte aardappelen | zwelmannetjes: schwelmentjes (Ubachsberg) | In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)] III-2-3 |
19449 | in de tuin werken | tuinieren: tuinieren (Ubachsberg) | Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)] III-2-1 |
17701 | ingewanden | darmen: dèrm (Ubachsberg), ingewanden: ingewande (Ubachsberg) | ingewanden [N 10a (1961)] III-1-1 |
33017 | ingezaaid land | de zaad is vaardig: dǝ zǭt˱ es ˲vēǝdex (Ubachsberg) | Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4 |
21414 | inktpot | inktpot: inkpot (Ubachsberg) | inktpot [DC 14 (1946)] III-3-1 |
25607 | inschieten | inschieten: enšētǝ (Ubachsberg) | Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d] II-1 |
23605 | introïtus | begingezang: begèèngezank (Ubachsberg), intredezang: intrèèzank (Ubachsberg) | De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3 |