e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijsberen drentelen: drentele (Ubachsberg) lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)] III-1-2
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Ubachsberg), hooigaffel: [hooi]gafǝl (Ubachsberg), oogstgaffel: ōxs˲gafǝl (Ubachsberg) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
in de moestuin werken gardenieren: gardeneere (Ubachsberg), in de gaarde werken: in der gaad werke (Ubachsberg), in de koolhof werken: in de koeleuf werke (Ubachsberg) [N P (1966)] I-7
in de schil gekookte aardappelen zwelmannetjes: schwelmentjes (Ubachsberg) In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)] III-2-3
in de tuin werken tuinieren: tuinieren (Ubachsberg) Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)] III-2-1
ingewanden darmen: dèrm (Ubachsberg), ingewanden: ingewande (Ubachsberg) ingewanden [N 10a (1961)] III-1-1
ingezaaid land de zaad is vaardig: dǝ zǭt˱ es ˲vēǝdex (Ubachsberg) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4
inktpot inktpot: inkpot (Ubachsberg) inktpot [DC 14 (1946)] III-3-1
inschieten inschieten: enšētǝ (Ubachsberg) Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d] II-1
introïtus begingezang: begèèngezank (Ubachsberg), intredezang: intrèèzank (Ubachsberg) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3