32717 |
beginvoren in het midden |
rug:
rø̜k (Q013p Uikhoven)
|
Bedoeld worden de eerste (2, 4 of 6) voren die men midden op de akker of op een pand tegen elkaar aan slaat, als deze bijeengeploegd moet worden. Men kan deze voren, vooral als het laaggelegen of natte grond betreft, bewust wat hoger opploegen, om een rond akker- of pandoppervlak te krijgen. [N 11, 60; N 11A, 119c; JG 1a + 1b]
I-1
|
18798 |
begrip, besef |
bezei:
bezĕ.j (Q013p Uikhoven)
|
begrip, verstand
III-1-4
|
30757 |
behangen |
tapisseren:
tapisē̜rǝ (Q013p Uikhoven)
|
Zie kaart. De techniek van het opplakken van behangselpapier met alle bijkomende werkzaamheden zoals het aanbrengen van behangjute. [N 67, 92a; monogr.]
II-9
|
33776 |
beide beenderen van de onderkaak |
geschaar:
gǝšī.r (Q013p Uikhoven)
|
De scha(a)r(en) of het geschaar vormen de beide takken van de onderkaak van een paard en de uitwendige holte in het achterste gedeelte daarvan. Zie afbeelding 2.11. [JG 1a, 1b; N 8, 30]
I-9
|
22906 |
beieren |
beieren:
de klokke bĕ-jere (Q013p Uikhoven)
|
Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24301 |
bek |
muil:
moel (Q013p Uikhoven)
|
muil, bek
III-4-2
|
30041 |
bekisting |
bekisting:
bǝkesteŋ (Q013p Uikhoven)
|
De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.]
II-9
|
33489 |
bellefleur |
schapenmuiltje:
werden ingekuild
sjaopemuulke (Q013p Uikhoven)
|
appel, soort
I-7
|
32572 |
bemesten |
mesten:
męstǝ (Q013p Uikhoven)
|
De in dit lemma opgenomen woorden betekenen "mest in het land doen, het land vruchtbaar maken met stalmest". Ze worden doorgaans gebruikt in combinatie met "akker", "(stuk) land" e.d., ook al is dit object - behoudens een enkele uitzondering - bij de onderstaande woordtypen er niet bij vermeld. Voor mesten in de zin van "mest naar het land brengen" en "mest over het land uitspreiden" zie men de lemmata mest uitrijden en mest verspreiden. [JG 1a + 1b; N 11, 14; N 11A, 1; L 1a -m; L 31, 18; S 23; mongr.]
I-1
|
18060 |
beroerte |
beslag:
e beslag kriege (Q013p Uikhoven),
bloedopdrang:
ene bloodopdrang kriegen (Q013p Uikhoven)
|
Een plotselinge stoornis in de bloedsomloop, in de hersenen waarbij spraakstoornissen en verlammingsverschijnselen kunnen optreden? [DC 60 (1985)]
III-1-2
|