e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Uikhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nieuwsgierigaard nieuwsgierige neus: nówsj-ieèrige neus (Uikhoven) nieuwsgierige neus III-1-4
nijptang pitstang: petštaŋ (Uikhoven) In het algemeen het werktuig om te knijpen en te trekken. Zie afb. 9. [N 60, 184a; N 60, 236] II-10
nok vorst: vērs (Uikhoven) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
noveen boete: #NAME?  boot (Uikhoven), noveen (<lat.): noveen (Uikhoven) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
ochtend (vanmorgen ochtend: veurdemiddig (Uikhoven), veurmiddig (Uikhoven) s morgens) [DC 65 (1990)] III-4-4
offerande offerande (<fr.): offerande (Uikhoven) De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offerblok offerblok: offerblok (Uikhoven) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
offergang offer: offer (Uikhoven) De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offergeld offergeld: offergeld (Uikhoven) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
oksaal oksaal: ĕksaol (Uikhoven) Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3