24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
wijfje:
wiefke (Q013p Uikhoven)
|
pop, vrouwtjesvogel
III-4-1
|
22660 |
poppenspel |
poppenkast:
Karte 353.
poppenkast (Q013p Uikhoven)
|
Puppentheater.
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
canada:
-
canada (Q013p Uikhoven),
peppelaar:
pépeleèr (Q013p Uikhoven)
|
populier || populier (Populus) [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
30120 |
porringdraad |
smetkoord:
smętkǭrt (Q013p Uikhoven)
|
De draad waarmee de boog wordt afgetekend. Eén uiteinde van de draad wordt vastgehecht in het porringpunt, met het andere wordt de boog bepaald. Uit de woordtypen 'metselkoord' (L 292), 'metskoord' (Q 83), 'metsdraad' (L 360) en 'metseltouw' (L 432, Q 111) blijkt dat ook het 'metselkoord' als porringdraad werd gebruikt. In L 414 werd het aftekenen met behulp van een 'klokpasser' ('klǫkpasǝr') gedaan. [N 32, 17f]
II-9
|
30121 |
porringpunt |
centerpunt:
sęntǝrpønt (Q013p Uikhoven),
trekpunt:
trękpønt (Q013p Uikhoven)
|
Het middelpunt van de cirkel waarvan een te metselen boog een segment is. In het 'porringpunt' wordt de porringdraad vastgehecht. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Porringdraad'. [N 32, 17e; monogr.]
II-9
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
Karte 74.
porte(-)feuille (Q013p Uikhoven)
|
Brieftasche
III-3-1
|
23695 |
portiuncula-aflaat |
portiuncula-aflaat:
persjonkelenaafloat (Q013p Uikhoven)
|
De portiuncula-aflaat, die verdiend kon worden op het Portiunculafeest op 2 augustus [portsiónkela-ablas?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
facteur (Q013p Uikhoven)
|
postbode
III-3-1
|
33573 |
postelein |
postel:
pastel (Q013p Uikhoven, ...
Q013p Uikhoven),
postelein:
pastəleͅi.n (Q013p Uikhoven)
|
[Goossens 1b (1960)]postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)]
I-7
|
21207 |
postzegel |
kopje:
sub KOP, plek e köpke oppe breef.
köpke (Q013p Uikhoven),
timbre (fr.):
tĕmber (Q013p Uikhoven)
|
postzegel
III-3-1
|