e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Uikhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
priesterkoor koor: koir (Uikhoven) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
priktol dop: dob (Uikhoven), Kènger spelen mèt den dop; vgl. kokkerel.  dop (Uikhoven) 3. Prik- of werptol. || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] III-3-2
profielbalken poutrelles: putrɛl (Uikhoven), pǝtrɛl (Uikhoven) IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.] II-9
profielen profielen: prǫfilǝn (Uikhoven) Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.] II-9
pronkveer op een hoed pluim: ploem (Uikhoven) pluim [b.v. op hoed] III-1-3
proppenschieter knapbus: knabbus (Uikhoven), knapbəsj (Uikhoven) Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)] III-3-2
proppenschieter add. knapbus: De knabbösj weurd gemaakt van enen heulenteulen stek.  knabbösj (Uikhoven) Klapbusj: speeltuig om water te spuiten. III-3-2
pruim bakpruim: bakproem (Uikhoven), mirabel (fr.): mirabel, dim. bĕlke (Uikhoven), reine claude (fr.): = reine-claude; ook wel "hangelaoten" genoemd, omdat de eigenaar ze niet zelf at maar verkocht en daarom "liet hangen" (?).  gringelaoten (Uikhoven), sint-katrienpruim: dikke blauwe soort, veelgebruikt voor vlaai  sintekatrieneproem (Uikhoven) bakpruim || pruim, soort I-7
prutsen fiemelen: fiemelen (Uikhoven), fisternllen (rh.): fisternöllen (Uikhoven), klommelen: klómmelen (Uikhoven) prullen, prutsen || prutsen, knutselen || prutsen, prullen III-1-4
prutser fiemelaar: fiemelèer (Uikhoven), klommelaar: klómmelèer (Uikhoven), voddenvent: voddevĕnt (Uikhoven) prutser || slechte stielman III-1-4