30834 |
zoolleersoorten |
croupon:
croupon (Q013p Uikhoven)
|
Leersoorten die voor de onderzijde van de schoenen worden gebruikt. Volgens de informant van Q 253 werden deze eertijds steeds plantaardig gelooid, terwijl de informant van Q 32 ten aanzien van rindsleer opmerkt dat het meestal met zout gelooid werd. Onder vachelooiing verstaat men looiing van zoolleer door middel van plantaardige extracten in draaiende vaten. [N 60, 2b; N 60, 247]
II-10
|
20845 |
zult, preskop |
geperste kop:
geperste hoofdkaas
gəpērzdə koͅp (Q013p Uikhoven)
|
hoofdkaas [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
33618 |
zuring, groente |
surelle:
serel (Q013p Uikhoven),
səreͅl (Q013p Uikhoven)
|
Zuring, zurkel als groente gekweekt [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
20679 |
zuurkool |
zuurmoes:
zoermoos (Q013p Uikhoven)
|
zuurkool [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
23561 |
zwaaien met het wierookvat |
met het wierooksvat zwaaien:
met het wierouksvaat zweje (Q013p Uikhoven)
|
(met) het wierookvat zwaaien. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32917 |
zwaden spreiden |
spreiden:
spręi̯e (Q013p Uikhoven)
|
Het uiteengooien van de versgemaaide regels gras. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: gezwaden of gras. [N 14, 97a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
20355 |
zwager |
zwager:
zwaoger (Q013p Uikhoven)
|
zwager
III-2-2
|
33481 |
zwarte bes |
zwarte wiemeren:
zwarte wiemere (Q013p Uikhoven)
|
I-7
|
24345 |
zwarte bladluis |
meel:
meelen (Q013p Uikhoven)
|
insectjes onder een blad, zwart [DC 68 (1993)]
III-4-2
|
24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraag:
kraog (Q013p Uikhoven)
|
kraai
III-4-1
|