e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Uikhoven

Overzicht

Gevonden: 1949
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de eg lichten luchten: løxtǝ (Uikhoven) De eg tijdens het eggen met de egstok optrekken, om het onkruid e.d. van de tanden af te laten vallen. Om dit te bereiken kan men de eg ook laten "dansen": bij elke tweede stap trekt men de eg van achteren een weinig naar links (of rechts), waardoor ze een zigzaggende gang krijgt. Bij de onderstaande termen is het object steeds de eg. [JG 1a; JG 1b add.; N 11, 73 add.; N 11A, 166a; div.; monogr.] I-2
de gezamenlijke balken van de eg, het egraam balken: (sg ba.lǝk)  bɛ.lǝk (Uikhoven) De eg bestaat uit een aantal hoofdbalken die onderling verbonden zijn door dwarsbalkjes of scheien. Tezamen vormen ze het raam van de eg. De in dit lemma opgenomen termen zijn van toepassing op de egbalken in het algemeen. Ze werden opgegeven als benaming voor zowel de hoofd- als de verbindingsbalkjes. Aan het eind van het lemma zijn een aantal voor zichzelf sprekende termen opgenomen, die betrekking hebben op het door hoofd- en dwarsbalkjes gevormde geraamte van de eg. [JG 1a + 1b; N 11, 69a + b; N 11A, 155c; monogr.] I-2
de grond vasttreden, aanstampen aantreden: ān[treden] (Uikhoven), plattreden: plat[treden] (Uikhoven) In de moestuin of op een klein perceeltje kan men - wanneer men niet over een hand- of tuinrol beschikt - de bewerkte grond platkloppen met de spade, de schoep of een plet-plank ofwel vasttreden met de voeten, waarbij dan vaak plankjes onder de klompen worden gebonden. Voor de dialectvarianten van het woord(deel) ''treden'' zij verwezen naar het lemma ''het land aftreden''. [JG 1a + 1b + 1d; N P, 20 add.; monogr.] I-2
de kaarsen aansteken aanmaken: keersen aanmaken (Uikhoven) De kaarsen aansteken [aanstèèke, aanstaoke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarsen doven uitblazen: keersen oetblozen (Uikhoven), uitdoen: keersen oetdoon (Uikhoven) De kaarsen doven, uitmaken, uitdoen. [N 96B (1989)] III-3-3
de kaarten couperen heffen: höffen (Uikhoven) Heffen: hoopje speelkaarten afnemen. III-3-2
de kelder uitgraven (de) kelder uitgooien: kęldǝr ūt˲gwajǝ (Uikhoven), (de) kelder uitgraven: kęldǝr ūt˲grāvǝ (Uikhoven) De kelderruimte van het bouwwerk met behulp van de steekschop uitgraven. [N 30, 25b; monogr.] II-9
de kerkgang maken de kerkgang doen: kèrkgank doon (Uikhoven) De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)] III-3-3
de merrie dekken rossen: rǫsǝ (Uikhoven) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de mis dienen de mis dienen: mès denen (Uikhoven) De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)] III-3-3