e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Uikhoven

Overzicht

Gevonden: 1949
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
manen manen: m.ānǝ (Uikhoven) Het lange nekhaar bij een paard. Paarden worden vaak onderscheiden naar de kleur van de manen (zie paragraaf 4.1). Zie afbeelding 2.13. [JG 1a, 1b; N 8, 21] I-9
mannelijk geslachtsorgaan gemacht: het gemĕch (Uikhoven) mannelijke geslachtsorgaan [gemach, gemaacht] [N 10c (1995)] III-1-1
mannelijk kalf durenkalf: dø̄.rǝ[kalf] (Uikhoven) [N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.] I-11
mannelijk schaap bok: bok (Uikhoven), schapenbok: sǭpǝbok (Uikhoven) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke duif hoorn: ō.rə (Uikhoven), Enen hore en een zi-je: doffer en duivin.  hore (Uikhoven) Doffer. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
mannelijke eend wenderik: wēǝ.ndǝrek (Uikhoven), węi̯ndǝręk (Uikhoven) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke eend, woerd wenderik: weindəreͅk (Uikhoven) woerd: mannelijke eend. Hoe roept men eenden? [GV K (1935)] III-4-1
mannelijke gans wenderik: wēę.ndǝrek (Uikhoven) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
mannelijke geit geitenbok: gęi̯.tǝbok (Uikhoven) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu rekel: r‧ēͅkəl (Uikhoven) reu [Goossens 1b (1960)] III-2-1