e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P121p plaats=Ulbeek

Overzicht

Gevonden: 1870
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichaam lichaam: licham (Ulbeek, ... ), lichaom (Ulbeek), lijf: leif (Ulbeek, ... ), lijf (Ulbeek, ... ), Brutaler uitgedrukt  lijf (Ulbeek) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] III-1-1
lichtgeraakt, kregel krikkel: ook materiaal znd 28, 49  kriekel (Ulbeek) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: iej lit van ’n vereeniging (Ulbeek) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje liedje: liedje (Ulbeek, ... ), altijd verkleind; lied wordt niet gezegd.  liedje (Ulbeek), altijd verkleind; men zegt altijd liedje.  lietje (Ulbeek) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || Lied: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] III-3-2
liegen liegen: liege (Ulbeek), liegen (Ulbeek) liegen [ZND 25 (1937)] III-3-1
lies lies: lies (Ulbeek), lis (Ulbeek, ... ) de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12, I-9, III-1-1
lieveheersbeestje onzelievevrouwbolletje: ook in ZND 16, 006  onzelievevrouwbolleke (Ulbeek), slevroobelleke (Ulbeek) lieveheersbeestje [ZND 05 (1924)] III-4-2
liggen liggen: liegen (Ulbeek), liège (Ulbeek) liggen [ZND 25 (1937)] III-1-2
lijkbidder lijkbidder: znd 1 a-m; znd 30, 25; komt zelden voor  lijkbeeër (Ulbeek, ... ), lijkwaker: znd 1 a-m; znd 30, 25; hier zegt men -  lijkwaker (Ulbeek, ... ) lijkbidder [ZND 30 (1939)] || lijkbidder (fr. croquemort) [ZND 01 (1922)] III-2-2
lijnzaadmeel lijnzaadmeel: [lijnzaad]mīǝl (Ulbeek) De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5