e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P121p plaats=Ulbeek

Overzicht

Gevonden: 1870
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inleggen (in een voor) inleggen: ęi̯nlęgǝ (Ulbeek) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inschieten inschieten: ensxītǝ (Ulbeek) Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d] II-1
inspannen inspannen: ęi̯.njspanǝ (Ulbeek) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
italiaan italiaan: da is ⁄n Italjaon (Ulbeek) Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)] III-3-1
jak bloes: bloes (Ulbeek), kazavek: ka-za-vĕk (Ulbeek), pitje: piettje (Ulbeek), pitje (Ulbeek) jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] III-1-3
jaloers jaloers: ook materiaal znd 27, 44  djeloesch (Ulbeek), jeloes (Ulbeek), zjaloes (Ulbeek), zjeloes (Ulbeek) jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jas: algemeen pit: heij is pa zenne pit en mam h⁄r gelt; pa z⁄n kou en pa zennen hont (Ulbeek) Jas. Hier is vader zn jas en moeder haar geld... [ZND 44 (1946)] III-1-3
jeneverbes sint-janbeer: sint-jianbee(i)r (Ulbeek) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)] III-4-3
jeugd, jongelieden jongvolk: joengvolk (Ulbeek) jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] III-2-2
jicht jicht: jeech (Ulbeek) reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)] III-1-2