e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulbeek

Overzicht

Gevonden: 1870
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gilde bond: bont (Ulbeek), gilde: gilde (Ulbeek), de kamers van St Sebastiaan  gilde (Ulbeek) Een gilde. [ZND 35 (1941)] III-3-2
glad, glijdend glad: glet (Ulbeek, ... ) glad [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)] III-4-4
glazig ijskeurig: ijskeurig (Ulbeek), water: wɛttər (Ulbeek) aardappel die hard en doorschijnen is (glazen patat) [ZND 35 (1941)] III-2-3
glijbaan reddelberg: /  reddelberg (Ulbeek, ... ) / [SND (2006)] || schuif-af [SND (2006)] III-3-2
glijden sleuren: slørə (Ulbeek) hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen) [ZND 14 (1926)] III-1-2
glimlachen stilletjes lachen: stillekes lachen (Ulbeek) hoe zegt ge "glimlachen"in uw dialect ? Bestaat er geen woord om dit "stil lachen"uit te drukken, geef dan op door welke omschrijving men dit weergeeft. [ZND 39 (1942)] III-1-4
glimworm vurenmade: vuurəmai̯e (Ulbeek), vuurmade: vuurmaə (Ulbeek) glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
goed luisteren goed luisteren: goed leuəstren (Ulbeek), goed luisteren (Ulbeek), goed luustere (Ulbeek) goed luisteren [ZND 30 (1939)] III-1-1
goedheid goedheid: ook materiaal znd 24, 20  goedheid (Ulbeek) goedheid [ZND 01 (1922)] III-1-4
goedkoop goedkoop: da is goeie koop (Ulbeek) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] III-3-1