e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krabsel aanzet: ānzɛt (Ulestraten) Deeg dat zich aan de zijkanten en op de bodem van de trog heeft vastgezet. [N 29, 21a] II-1
krakeling brezel (du.): britsel (Ulestraten) Krakeling (britsel, ring?) [N 16 (1962)] III-2-3
krakende schoen kraakschoen: kraaksjoon (Ulestraten) schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
krassen krassen: krasse (Ulestraten), kretsen: kreͅtsə (Ulestraten) krassen [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-4-4
kreeft kreeft: kreef (Ulestraten), ook in ZND 28, 048  kreft (Ulestraten) kreeft [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Ulestraten) krekel [SGV (1914)] III-4-2
krentenbol brioche (fr.): briosj (Ulestraten) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenbrood: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  kreͅ‧ntəbrut (Ulestraten), krentenmik: krentemik (Ulestraten), krintemik (Ulestraten), krentenweg: krentewêk (Ulestraten) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentenbrood [SGV (1914)], [ZND 28 (1938)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbroodje hanekam: hanekem (Ulestraten) verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] III-2-3
kreunen van de pijn kreunen: krønt (Ulestraten) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2