19556 |
lepelrek |
lepelenrekje:
lepele-rekske (Q097p Ulestraten)
|
rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18340 |
leren beenkap |
beenkap:
beinkappe (Q097p Ulestraten),
gamasche:
kermarsje (Q097p Ulestraten)
|
lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18653 |
leren muts die onder de kin wordt gesloten |
toe leren muts:
toew laere möts (Q097p Ulestraten)
|
muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19383 |
leunstoel |
leenstoel:
lēͅnštōl (Q097p Ulestraten),
lenenstoel:
lēͅnəštōl (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
leurder:
lørdər (Q097p Ulestraten),
spinselenkramer:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjpensele-krieëmer (Q097p Ulestraten)
|
een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
leven, het -:
lēēve (Q097p Ulestraten),
t leve (Q097p Ulestraten)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17697 |
lever |
lever:
lever (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten)
|
lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
leverwoorsj (Q097p Ulestraten),
lééverwoorsj (Q097p Ulestraten)
|
leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
poppensnijder:
poppesjnieder (Q097p Ulestraten)
|
libel, alg. [DC 27 (1955)]
III-4-2
|
17540 |
lichaam |
corpus (lat.):
korpes (Q097p Ulestraten),
lichaam:
lichaam (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten),
lijf:
lief (Q097p Ulestraten),
līf (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten)
|
het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] || lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|