e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lepelrek lepelenrekje: lepele-rekske (Ulestraten) rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
leren beenkap beenkap: beinkappe (Ulestraten), gamasche: kermarsje (Ulestraten) lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)] III-1-3
leren muts die onder de kin wordt gesloten toe leren muts: toew laere möts (Ulestraten) muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)] III-1-3
leunstoel leenstoel: lēͅnštōl (Ulestraten), lenenstoel: lēͅnəštōl (Ulestraten, ... ) een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-2-1
leurder leurder: lørdər (Ulestraten), spinselenkramer: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  sjpensele-krieëmer (Ulestraten) een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
levend vlees onder de huid leven, het -: lēēve (Ulestraten), t leve (Ulestraten) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: lever (Ulestraten, ... ) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverworst leverworst: leverwoorsj (Ulestraten), lééverwoorsj (Ulestraten) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
libel en waterjuffer poppensnijder: poppesjnieder (Ulestraten) libel, alg. [DC 27 (1955)] III-4-2
lichaam corpus (lat.): korpes (Ulestraten), lichaam: lichaam (Ulestraten, ... ), lijf: lief (Ulestraten), līf (Ulestraten, ... ) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] || lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1