e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichaamskracht macht: mach (Ulestraten, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht gewrichtswater: gevrichswater (Ulestraten), leewater: leiwater (Ulestraten), lijwater (Ulestraten) leewater [SGV (1914)] || lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lichte klei zavel: zāvǝl (Ulestraten) Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41] I-8
lichte nevel dons: dons (Ulestraten) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
lidmaat, ledematen lid, leden: lid (Ulestraten), lidmaat, ledematen: lidmaot (Ulestraten) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lied, liedje lied: led (Ulestraten), liedje: ledšə (Ulestraten) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] III-3-2
liefkozen vleien: flëje(n) (Ulestraten) liefkozen [SGV (1914)] III-1-4
lies dun, de -: de dunne (Ulestraten), lies: lies (Ulestraten, ... ), lieze (Ulestraten) deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] || lies [SGV (1914)] || lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1
lieveheersbeestje smoutwormpje: šmoutwurmpke (Ulestraten) lieveheersbeestje [Roukens 03 (1937)] III-4-2
lievevrouwebedstro onslievevrouwehennetjes: oos levevrouwehendsje (Ulestraten), oos levevrouwetiënsje (Ulestraten) onzelievevrouwebedstro [SGV (1914)] III-4-3