e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
limburgse kaas rommedou: rommedoe (Ulestraten), stinkerd: sjtinkerd (Ulestraten) Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)] III-2-3
limburgse klei klevenaarde: klē̜venē̜rt (Ulestraten), leem: lęi̯m (Ulestraten) Vraag N 27, 42 vroeg naar benamingen voor löss of ø̄Limburgse kleiø̄ en vraag N 27, 45 naar die voor de ø̄bruine, taaie, Limburgse klei, vooral langs hellingenø̄. Op grond van de antwoorden zijn deze vragen tot √©√©n lemma versmolten. Van Dale (elfde druk, blz. 1610) definieert löss als volgt: ø̄vruchtbare, weinig plastische leemsoort, licht vuilgeel of roodgeel van kleur, in Nederland ook wel Limburgse klei genoemdø̄. [N 27, 42; N 27, 45; N 27, 33] I-8
limonade limonade: limonaat (Ulestraten) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] III-2-3
lindeblad lindeblad: lingeblaad (Ulestraten) lindeblad [SGV (1914)] III-4-3
liniaal regel: əne reigəl (Ulestraten) Een liniaal (om rechte lijnen te trekken). [ZND 30 (1939)] III-3-1
linkerachterkwartier linkerachterkwartier: leŋkǝraxtǝrkwartēr (Ulestraten) Het kwartier van de uier links achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116b] I-11
linkervoorkwartier linkervoorkwartier: leŋkǝrvø̄rkwartēr (Ulestraten) Het kwartier van de uier links voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116a] I-11
linnen, linnengoed lijnen: linǝ (Ulestraten) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lintvoeg lintvoeg: lent˲[voeg] (Ulestraten) Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.] II-9
lip lip: lup (Ulestraten), løpə (Ulestraten) lip [SGV (1914)] || rode lippen [ZND 30 (1939)] III-1-1