24204 |
mannelijke eend |
wenderik:
wēndǝrek (Q097p Ulestraten)
|
[GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.]
I-12
|
24206 |
mannelijke gans |
gan:
gān (Q097p Ulestraten)
|
[A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
34555 |
mannelijke kalkoen |
schroethaan:
šrūthān (Q097p Ulestraten)
|
[A 6, 3a; S 16; L 1, 113; R 14, 3; monogr.]
I-12
|
23364 |
mannenkant |
evangeliekant:
evangeliekant (Q097p Ulestraten)
|
De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18673 |
mannenkleren |
mansluikleren:
manslukleijer (Q097p Ulestraten),
mansluukleijer (Q097p Ulestraten)
|
mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18575 |
mannenondergoed |
mansluiondergoed:
mansluondergood (Q097p Ulestraten)
|
Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18585 |
mannenonderhemd |
mansluihemd:
namsluuhumme (Q097p Ulestraten)
|
onderhemd voor mannen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18703 |
mantelpak |
mantelpak:
mantelpak (Q097p Ulestraten)
|
mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24601 |
maretak |
haams:
haamsch (Q097p Ulestraten),
haamsj (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten)
|
marentak [SGV (1914)] || maretak [DC 46 (1971)] || maretak {afb}, een op bomen woekerende plant waaran de stengel gaffelvormig vertakt is met lepelvormige altijd groene bladeren, de vrucht is witte, soms gele bes [N 37 (1971)]
III-4-3
|
24571 |
margriet |
witte sint-jansbloem:
-
witte St. Jansbloem (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten)
|
margriet [DC 42 (1967)] || margriet (Chrysanthemum leuchanthemun) [DC 42 (1967)]
III-4-3
|