19443 |
pannenlap |
schotelsplak:
sjotels-plak (Q097p Ulestraten)
|
lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
30474 |
pannenstrijker |
pannenlepper:
panǝlę ̞pǝr (Q097p Ulestraten
[(circa 2 cm breed)]
)
|
Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.]
II-9
|
30473 |
pannentang |
leitang:
lɛjtaŋ (Q097p Ulestraten)
|
Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.]
II-9
|
18295 |
pantoffel |
pantoffel:
pantoffele (Q097p Ulestraten),
moderner
pentoffele (Q097p Ulestraten),
slob:
sjlòbbe (Q097p Ulestraten)
|
Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)]
III-1-3
|
20558 |
pap |
pap:
pap (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten,
Q097p Ulestraten)
|
brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] || pap [DC 35 (1963)] || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21126 |
papier |
papier:
papier (Q097p Ulestraten)
|
papier [SGV (1914)]
III-3-1
|
30149 |
paramentwerk |
voorwerken:
vø̄rwęrǝkǝ (Q097p Ulestraten)
|
Het metselen met uitgezochte stenen die zuiver in verband worden geplaatst. De metselstenen die men in een dergelijk geval gebruikte, werden in L 382 'voorwerkers' ('vø̄rwerǝkǝrs'), in Q 90 'façadebrikken' ('fasāt˱brekǝ') en in Q 3 'eerste keus' ('īrstǝ kø̄s') genoemd. Zie ook de lemmata 'Voorwerkers' en 'Koppenlat'. [N 31, 25]
II-9
|
18194 |
paraplu |
paraplu:
paraplu (Q097p Ulestraten),
parasol:
parasol (Q097p Ulestraten)
|
paraplu [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20560 |
parelen |
borrelen:
bórrələ (Q097p Ulestraten)
|
parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
34479 |
pas uit het ei gekomen kipje |
naaks kuikje:
nākš kykskǝ (Q097p Ulestraten),
pieletje:
pilǝkǝ (Q097p Ulestraten)
|
[N 19, 40b]
I-12
|