e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannenlap schotelsplak: sjotels-plak (Ulestraten) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1
pannenstrijker pannenlepper: panǝlę ̞pǝr (Ulestraten  [(circa 2 cm breed)]  ) Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.] II-9
pannentang leitang: lɛjtaŋ (Ulestraten) Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.] II-9
pantoffel pantoffel: pantoffele (Ulestraten), moderner  pentoffele (Ulestraten), slob: sjlòbbe (Ulestraten) Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
pap pap: pap (Ulestraten, ... ) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] || pap [DC 35 (1963)] || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
papier papier: papier (Ulestraten) papier [SGV (1914)] III-3-1
paramentwerk voorwerken: vø̄rwęrǝkǝ (Ulestraten) Het metselen met uitgezochte stenen die zuiver in verband worden geplaatst. De metselstenen die men in een dergelijk geval gebruikte, werden in L 382 'voorwerkers' ('vø̄rwerǝkǝrs'), in Q 90 'façadebrikken' ('fasāt˱brekǝ') en in Q 3 'eerste keus' ('īrstǝ kø̄s') genoemd. Zie ook de lemmata 'Voorwerkers' en 'Koppenlat'. [N 31, 25] II-9
paraplu paraplu: paraplu (Ulestraten), parasol: parasol (Ulestraten) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
parelen borrelen: bórrələ (Ulestraten) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
pas uit het ei gekomen kipje naaks kuikje: nākš kykskǝ (Ulestraten), pieletje: pilǝkǝ (Ulestraten) [N 19, 40b] I-12