20515 |
ranzig |
garstig:
gaarsetig sjpek (Q097p Ulestraten),
ranzig:
ranzig (Q097p Ulestraten)
|
garstig spek [..] [SGV (1914)] || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33207 |
rapen |
rapen:
rāpǝ (Q097p Ulestraten)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
19558 |
rasp |
rasp:
rasp (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten)
|
rasp [SGV (1914)] || rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19839 |
raspen |
raspen:
raspe (Q097p Ulestraten),
raspə (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten)
|
raspen (w.w.) [SGV (1914)] || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
24367 |
rat |
rat:
rat (Q097p Ulestraten)
|
rat [SGV (1914)]
III-4-2
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
stoten:
sjtoite (Q097p Ulestraten),
stuiken:
sjtoeke (Q097p Ulestraten)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17674 |
rechte, vormeloze benen |
mokbenen:
mok-bein (Q097p Ulestraten),
stelten:
sjtelte (Q097p Ulestraten)
|
benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34093 |
rechterachterkwartier |
rechterachterkwartier:
rɛxtǝraxtǝrkwartēr (Q097p Ulestraten)
|
Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d]
I-11
|
34092 |
rechtervoorkwartier |
rechtervoorkwartier:
rɛxtǝrvø̄rkwartēr (Q097p Ulestraten)
|
Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c]
I-11
|
17616 |
rechtstaande oren |
fikoren:
fikoire (Q097p Ulestraten),
fiksoren:
fiksoire (Q097p Ulestraten),
steekoren:
sjteek oire (Q097p Ulestraten)
|
oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|