29815 |
blauwe steen |
gesintelde steen:
gǝsentǝldǝ stęjn (Q097p Ulestraten)
|
Baksteen die tijdens het bakken gerookt werd en dientengevolge een blauwe tint heeft. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛblauwstokenɛ in de paragraaf over de vervaardiging van dakpannen. Schuddinck (pag. 84) merkt over dit soort stenen op dat ze in een zgn. ɛblauwe ovenɛ worden gebakken. Men steekt daarbij groen elzehout in de stookgaten v√≥√≥r de oven afgekoeld is. De stenen blijven enkele dagen in de rook van het elzenhout en worden daardoor in- en uitwendig blauw. De invuller uit L 210 vermeldt dat rook niet van invloed is op de kleur steen, maar de kwaliteit of soort klei: rivierklei (kalkhoudend) bakt geel; bergklei (ijzerhoudend) bakt rood; bergklei waaronder vette klei (l√∂ss) is gemengd, bakt blauw.' [N 30, 52c]
II-8
|
17691 |
blazen |
blazen:
bloze (Q097p Ulestraten)
|
blazen [DC 37 (1964)]
III-1-1
|
17986 |
bleek |
bleek:
bleik (Q097p Ulestraten),
dae zuut bleik (Q097p Ulestraten)
|
bleek [SGV (1914)] || bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)]
III-1-2
|
17987 |
bleek, flets zien |
bleek uitzien:
dae zuut bleik (Q097p Ulestraten),
pips zien:
dae zuut pupsj (Q097p Ulestraten),
sneeuw zien:
(als sneeuw).
dae zuut sjnië (Q097p Ulestraten)
|
bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)]
III-1-2
|
34110 |
bles |
bles:
blɛs (Q097p Ulestraten)
|
Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b]
I-11
|
24969 |
blijven wachten |
blijven:
blieve (Q097p Ulestraten)
|
blijven [DC 37 (1964)]
III-4-4
|
25111 |
bliksem, bliksemflits |
bliksem:
bliksem (Q097p Ulestraten),
bliksemstraal:
bliksemsjtraol (Q097p Ulestraten)
|
bliksem [SGV (1914)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25113 |
bliksemen |
bliksemen:
⁄t bliksemp (Q097p Ulestraten),
⁄t bliksemt (Q097p Ulestraten)
|
bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || het bliksemt [SGV (1914)]
III-4-4
|
30444 |
blind anker |
blinde anker:
bleŋǝ aŋkǝr (Q097p Ulestraten)
|
Muuranker dat aan de buitenzijde van de muur niet zichtbaar is. [N 31, 39; N 54, 123a]
II-9
|
20686 |
blinde vink |
blinde vink:
blin vinke (Q097p Ulestraten)
|
Opgerold kalfslapje met vulsel (blin vinke, muisje zonder kop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|