34473 |
vrouwelijke kip |
hen:
hen (Q097p Ulestraten),
hęn (Q097p Ulestraten),
hoen:
hōn (Q097p Ulestraten),
tiet:
tit (Q097p Ulestraten)
|
De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.]
I-12
|
23362 |
vrouwenkant |
epistelkant:
epistelkant (Q097p Ulestraten)
|
De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18672 |
vrouwenkleren |
vrouwluikleren:
vroulukleijer (Q097p Ulestraten),
vrouwluukleijer (Q097p Ulestraten)
|
vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] || Vrouwenkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18576 |
vrouwenondergoed |
vrouwluiondergoed:
vrouluondergood (Q097p Ulestraten)
|
Ondergoed voor vrouwen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18598 |
vrouwenonderhemd? |
hemdje:
hummeke (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten)
|
onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor vrouwen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van vrouwen? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
33681 |
vruchtbare grond |
dankbare grond:
daŋkbārǝ gront (Q097p Ulestraten),
gewillige grond:
gǝwelǝgǝ gront (Q097p Ulestraten),
vette grond:
vette grond (Q097p Ulestraten),
wasbare grond:
wasbare grond (Q097p Ulestraten)
|
Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt beïnvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30]
I-8
|
17658 |
vuist |
vuist:
voes (Q097p Ulestraten),
vōēs (Q097p Ulestraten)
|
vuist [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19543 |
vuurslag |
vuurslag:
vuursjlaag (Q097p Ulestraten)
|
slagpen, stalen ~ in de tondeldoos (stool, vuurslag) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19544 |
vuursteen |
vuursteen:
vuur-sjtein (Q097p Ulestraten)
|
vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19813 |
vuurtang, sinteltang |
amerentang:
ōͅmərətaŋ (Q097p Ulestraten),
vuurtang:
vy(3)̄rtaŋ (Q097p Ulestraten)
|
vuurtang [N 05A (1964)]
III-2-1
|