e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getob; tobben gemartel: gemartel (Valkenburg) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətraowdə vraow (Valkenburg) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige trouwgetuige: trouwgetuuge (Valkenburg, ... ) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei] [N 96D (1989)] III-2-2
getuige zijn getuigen: getuuge (Valkenburg) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
getuigen getuigen: getuge (Valkenburg) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
getuigkast getuigskast: gǝtȳxskas (Valkenburg) Een kast, ook wel kist of bak, waarin het getuig van het paard (vooral het kostbare zadel en de haam) bewaard wordt. Op grote boerderijen (of bij welvarende mensen) is er wel eens een apart vertrek voor het getuig, maar dit komt slechts zelden voor. Een kast voor het paardetuig is onbekend in L 320a, 324, 330, 369, Q 113, 198b en 203b. Meestal hangt men het getuig aan haken of balkjes in de muur (K 278, L 271, 318, 322, 372, 413, 429a, P 107a, Q 4, 78, 111 en 193). In L 282 wordt het getuig op een ezel gelegd. Benamingen die niet een kast, kist of bak betreffen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigrek" (2.3.8). Zie ook dat lemma. [N 13, 81] I-6
gevallen engelen gevallen engelen: gevalle ingele (Valkenburg) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevangenis cachot (<fr.): Van Dale: cachot (&lt;Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.  kasjot (Valkenburg), gevangenis: gevangenis (Valkenburg) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gēvə (Valkenburg), gê:ve (Valkenburg) geven [SGV (1914)], [ZND 25 (1937)] III-1-2
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulich (Valkenburg), geveulig (Valkenburg) gevoelig [SGV (1914)] || Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1