e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gloria gloria (lat.): gloria (Valkenburg) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gluiperd filou (fr.): fieloàr (Valkenburg), filoi (zn.) (Valkenburg), gluiperd: gluipert (Valkenburg) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] || gluiper [SGV (1914)] || gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] III-1-4
gluiperig gluiperig: gluiperig (Valkenburg) huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
god de vader god de vader: god de vader (Valkenburg) God de Vader. [N 96D (1989)] III-3-3
godsdienstonderricht op zondag christenleer: kristelièr (Valkenburg) Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: de gaodslamp (Valkenburg) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
godslasteren godslasteren: gaodslasteren (Valkenburg) Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)] III-3-3
godslastering godslastering: n gaodslastering (Valkenburg) Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)] III-3-3
goed luisteren goed horen: good houërə (Valkenburg) goed luisteren [ZND 30 (1939)] III-1-1
goed uit de weg kunnend vlot: vlǫt (Valkenburg) Gezegd van een paard dat goed te been is. [N 8, 64d] I-9