e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieuwen kieuwen: kieuwe (Valkenburg), kieven: keef (Valkenburg), ?  keeve (Valkenburg) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] || kieuw [SGV (1914)] || kieuwen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
kiezel, kiezelsteen kiezel: kīzzel (Valkenburg) kiezel [SGV (1914)] III-4-4
kikker kwakkerd: kwakkert (Valkenburg), kwakərt (Valkenburg) kikvors || kikvors, puit [RND] III-4-2
kikkerdril kwakkerdeneieren: kwakərtənɛi̯ər (Valkenburg) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)eieren, eitjes: kwakərtənɛi̯ər (Valkenburg) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkervisje koelekop: koelekop (Valkenburg, ... ), koelekopje: koeleköpke (Valkenburg), kwekkertje: kwekkerke (Valkenburg) dikkopje || kikkervisje [DC 09 (1940)], [DC 17 (1949)] III-4-2
kin kin: kin (Valkenburg, ... ) kin [DC 01 (1931)] III-1-1
kind (algemene benaming) blaag: blaag (Valkenburg), kind: kind (Valkenburg, ... ), kint (Valkenburg) kind [DC 03 (1934)], [DC 05 (1937)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)] III-2-2
kindercommunie kindercommunie (<lat.): kingercemmune (Valkenburg) Een kindercommunie [kingerkómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderdoop kinderdoop: nne kingerduip (Valkenburg) Een kinderdoop. [N 96D (1989)] III-3-3