e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neus van een schoen snuits: schnoets (Valkenburg) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusgaten neuslokken: naaslooker (Valkenburg, ... ) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusring ring: reŋk (Valkenburg) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
neusvleugel neusvleugel: naasvleugel (Valkenburg), naasvleugĕl (Valkenburg) neusvleugel [DC 01 (1931)] III-1-1
nevelslinnen mutsje met plooienrand en kinbanden nevelskapje: Verg. het tegenwoordig gaas. In Schuermans idioticon: jevelskap eenvoudige bonte vrouwenmuts, waarbij aansluit de oude stofnaam ijffel. De L.V. Beelden te Kleef droegen yffelskleidern. Verg. Lat. enfulae sluier, hoofdversiersel).  neevelskepke (Valkenburg) vrouwenmutsje van nevelslinnen, nebulo linea, een zeer fijn linnen of gaasdoek. III-1-3
nicht nice-je: neen  neesje (Valkenburg), nicht: niech (Valkenburg), niecht (Valkenburg), niece (fr.): neen  niesch (Valkenburg) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nier nier: ĕn neer (Valkenburg), nēēr (Valkenburg) nier [N 10 (1961)] III-1-1
niersteen niersteen: neersjtein (Valkenburg) Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)] III-1-2
niet bevrucht leeg: lēx (Valkenburg), mans: mau̯s (Valkenburg) Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18] I-11
niet drachtig mans: mans (Valkenburg) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11