e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omheinde wei pas: pas (Valkenburg), pɛš (Valkenburg) Een met prikkeldraad of anderszins afgemaakte wei. Een groot aantal opgaven was wei. Deze opgaven zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. Voor de fonetische documentatie van wei zie men lemma 1.3.6 ɛweiɛ.' [N M, 4b; L 32, 45; monogr.] I-8
omheinen afrasteren: āfrastǝrǝ (Valkenburg), tuinen: tȳnǝ (Valkenburg) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining balie: baj (Valkenburg), tuin: toen (Valkenburg, ... ), tūn (Valkenburg) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] || hek [SGV (1914)] || omheining || omheining, schutting van palen I-8, III-2-1
omheining van het kerkhof tuin: WNT: tuin, I. Datgene wat tot af- of omperking dient.  toen (Valkenburg) De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)] III-3-3
omheining van ijzeren spijlen hek: hęk (Valkenburg) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omheining van opstaande latjes hek: hęk (Valkenburg) Omheining getimmerd van opstaande latjes, meestal rond een tuin of hof. [A 25, 4d; monogr.] I-8
omheining van palen hek: hęk (Valkenburg) Omheining van palen, verbonden door enkele latten of ruwe planken. [A 25, 4c; monogr.] I-8
omheining van takken heg: hęk (Valkenburg) Omheining van een erf of een stuk land, gevlochten van takken. [A 25, 4b; monogr.] I-8
omhelzen lief krijgen: leefkriege (Valkenburg), om de hals snappen: um den haws sjnappe (Valkenburg), poenen: pöene (Valkenburg) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2
omhooggaan stijgen: sjtiege (Valkenburg) rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2