e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorring oorbel: oarbel (Valkenburg) zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)] III-1-3
oorveeg oorveeg: oarvèèg (Valkenburg) Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] III-1-2
oorworm oorworm: oirwörrem (Valkenburg), oorwurm (Valkenburg) oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)] III-4-2
oostindische kers kappertje: (eng. caper)  kepperke (Valkenburg, ... ) oost-indische kers I-7, III-2-1
oot vlughaver: vluughaver (Valkenburg), (lat. avena fatua)  vluughaver (Valkenburg) oot [wilde haver] || vlughaver III-4-3
oot, wilde haver vlughaver: vlȳghāvǝr (Valkenburg) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op bedevaart gaan bedevaart maken: baevaart make (Valkenburg), bedeweg gaan: bèèweeg goon (Valkenburg), bedeweg houden: bedevaart = bèèvert; nu: bèèweeg.  beiweeg houte (Valkenburg), een bedegang doen: eine beêgank dôôn (Valkenburg), een bedeweg houden: ⁄ne bèèweeg hou:wte (Valkenburg), met de processie gaan: mèt de persjesse gaon (Valkenburg), op bedeweg gaan: op bééwéég goon (Valkenburg) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] || Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)] III-3-3
op de loop gaan hem smeren: et em sjmēre (Valkenburg), lopen gaan: loupe gaon (Valkenburg), loupe goon (Valkenburg), op de loop gaan: ob de luip gaon (Valkenburg), oppe luip goon (Valkenburg) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || op de loop gaan [SGV (1914)], [ZND 30 (1939)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op de markt verkopen naar de markt gaan: noa de mèrt goon (Valkenburg) verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)] III-3-1
op de schouder zitten knie?n: pa wielt geer miech -  kneeën (Valkenburg), op de krommejak zitten: op de krommejak ziete (Valkenburg), op de schouders zitten: op de schouwer ziete (Valkenburg), paardje rijden: peerdsje rieje (Valkenburg) rug: op de rug zitten [N 10 (1961)] III-1-2