e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opzettelijk expres: espres (Valkenburg) expres [SGV (1914)] III-1-4
organist organist: organis (Valkenburg) De organist, orgelist. [N 96B (1989)] III-3-3
orgel orgel: örregel (Valkenburg) Het orgel [het/de orgel, örgel, ölger, orjel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
orgel spelen de orgel spelen: d`n örgel besjpele (Valkenburg) (op het) orgel spelen, het orgel bespelen. [N 96B (1989)] III-3-3
orgelpijpen orgelpijpen: örregelpiep (Valkenburg) De pijpen van het orgel [örgelpiepe, orrejelspiefe?]. [N 96A (1989)] III-3-3
orgeltrapper orgeltreder: örgeltraejer (Valkenburg) De orgeltrapper, orgeltreder, die al pompend of tredend de blaasbalg van het orgel met lucht vulde [örgeltrèèjer, balketrèëner, herrejotswinkmecher?]. [N 96B (1989)] III-3-3
ortolaan ortolaan: ortelaan (Valkenburg, ... ) ortolaan || ortolaan (16,5 alleen geel keeltje en oogrand; alleen s zomers; op droge gronden bij roggevelden; zeldzaam op trek; roep [tieuu] en [tk]; zang lijkt op geelgors [015], alleen wiebelt elke toon [tiu-tiu-tiu...tio] [N 09 (1961)] III-4-1
os os: ø̜s (Valkenburg), ǫs (Valkenburg) Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11
otter otter: otter (Valkenburg, ... ) otter [DC 07 (1939)] III-4-2
oud, bejaard bejaard: bejoard (Valkenburg), oud: zn mooder is awt  awt (Valkenburg) bejaard [SGV (1914)] || oud: zn moeder is oud [DC 35 (1963)] III-2-2