e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pijn pijn: pien (Valkenburg, ... ), pin (Valkenburg), wee: (wièè) (Valkenburg) mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)] || pijn [RND] III-1-2
pijpbeen achteronderbeen: axtǝrondǝrbęi̯n (Valkenburg), onderbeen: ondǝrbęi̯n (Valkenburg), pijp: pip (Valkenburg) Het gedeelte van het voorbeen van het paard tussen de knieschijf en de koot tot aan de kogel. Het ondereinde van het pijpbeen vormt het kootbeen. Zie afbeelding 2.23. [JG, 1b; N 8, 32.1, 32.3, 32.6, 32.11, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9
pijpenkrul pijpenkrul: piepekrol (Valkenburg) spiraalvormige haarkrul [pijpekrul, papillot, paviljot] [N 86 (1981)] III-1-1
pikkeling, zwad met een slag afgepikt slag: šlāx (Valkenburg), snid: šnēt (Valkenburg) Hoeveelheid graan die men met één slag afpikt; vergelijk het lemma ''zwad, houw'' (3.1.4) in aflevering I.3. De enqu√™tes van Goossens hebben voor dit begrip niet veel opgaven opgeleverd; de vraag uit N 15, 16 levert slechts indirect materiaal op voor het begrip "pikkeling". Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf.' [A 23, 16.1a; L 48, 34.1a; Lu 1, 16.1a; Lu 2, 34.1a; monogr.; add. uit N 15, 16e; JG 1a, 1b, 1c, 2c] I-4
pilaar pilaar: pielaer (Valkenburg) Een pilaar, de pilaren [pielder(s), pilèèr(e)?]. [N 96A (1989)] III-3-3
pimpelmees bijenmeesje: biejemeiske (Valkenburg), blauwmusje: blaumutschke (Valkenburg) Hoe heet de pimpelmees? [DC 06 (1938)] III-4-1
pink pink: peŋk (Valkenburg), pink (Valkenburg) Eénjarig kalf, onverschillig van welk geslacht, dat nog alle melktanden heeft. [N C, 9b en 8; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20] || Pink, de vijfde, kleinste vinger (pinkel, pinker, pink, petieter, piepzakje). [N 84 (1981)] I-11, III-1-1
pinksterbloem onslievevrouwebedstro: -  oos leve vrouwe bedstru (Valkenburg), oose leeve vrouw bedstroo (Valkenburg), of: oos leve vrouwe bedstru  oos leve vrouwe bedstaat (Valkenburg), sjle = OL  sjlevrouwebèdstruë (Valkenburg), onzelievevrouwebedstruu: slevrǫu̯ǝbɛtstry (Valkenburg), ōslēvǝvrǫu̯ǝbɛtstry (Valkenburg) Cardamine pratensis L. Een algemeen voorkomend, veldkersachtig plantje in graslanden, bermen en aan waterkanten met witte tot vaag lilagekleurde kruisbloempjes in trossen op een hol stengeltje en dun blad dicht bij de grond. Het bloeit van april tot juni en varieert in hoogte van 15 tot 50 cm. Niet te verwarren met de (echte) koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi L.; zie het lemma Echte Koekoeksbloem), die op dezelfde plaatsen groeit, maar roze-rode bloempjes heeft met gespleten kroonbladeren. Kroenekraan is de plaastelijke benaming van de kraanvogel. [N 37, 16f; A 17, 3; A 49B, 3; monogr.] || pinksterbloem [DC 17 (1949)] I-5, III-4-3
pinksteren pinksteren: pingstere (Valkenburg), Pinkstere (Valkenburg) Pinksteren [SGV (1914)] || Pinksteren, de vijftigste dag na Pasen [Sinksen, Pinkste]. [N 96C (1989)] III-3-3
pinstokken (voor de slee) pikstokken: pikstök (Valkenburg) pikstokken waarmee de kinderen een slee (waarop ze zitten) voortduwen [N 08 (1961)] III-3-2