e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sap in planten sap: saap (Valkenburg, ... ) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht sap: saap (Valkenburg, ... ) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7
sappig sappetig: wordt gezegd van een sappige vrucht  saapeteg (Valkenburg), zeumig: wordt gezegd van mals vlees, misschien ook van vers brood, doch dit laatste heb ik nooit gehoord  zoomeg (Valkenburg) sappig [DC 26 (1954)] III-2-3
satijn satijn: satīn (Valkenburg) Glanszijde, atlas, een oorspronkelijk alleen zijden, later ook halfzijden (katoen en zijde) gekeperde stof, zeer glad geweven, namelijk zo dat de bindingsknopen zoveel mogelijk over de oppervlakte verspreid liggen (Van Dale, pag. 2488). [N 62, 80a; N 62, 80b; N 62, 98; N 59, 201; MW; Wi 53; monogr.] II-7
satinet satinet: satinęt (Valkenburg) Katoenen, geglansd satijnweefsel; ook half wol, half katoen. [N 62, 80b; N 62, 80a; MW] II-7
saus saus: saowz (Valkenburg) saus [RND] III-2-3
savooiekool schelk: sjelk (Valkenburg, ... ), schelkool?  schelk (Valkenburg), schellek (Valkenburg) De witgele sluitkool met gekrulde bladeren; savooikool, die zeer dicht geplant wordt en zonder vaste krop geoogst (schelk). [N 82 (1981)] || jonge reeds eetbare kool I-7
scapulier scapulier: e sjabbeleer (Valkenburg), ei schabbelee:r (Valkenburg), en sjapeleer (Valkenburg), sjabbeleer (Valkenburg), sjabĕleer (Valkenburg), sjappeleer (Valkenburg), ⁄t sjabbelee.r (Valkenburg), ps. boven de laatste e (van ...leer) moet nog een punt staan; deze combinatieletter kan ik niet maken; omspelling ‰?  ene sjappelee‧r (Valkenburg) Een scapulier of skapulier: lapjes gewijde stof, door linten of band met elkaar verbonden en (door leken) onder de kleding op borst en rug gedragen [schabbelier, sjabbeleer?]. [N 96B (1989)] || Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3
scapuliermedaille scapuliermedaille (<fr.): sjappeleermédaalje (Valkenburg) Een scapuliermedaille, de latere vervanger van het stoffen scapulier. [N 96B (1989)] III-3-3
schaaf schaaf: šāf (Valkenburg) Werktuig, bestaande uit een houten blok waarin een beitel in schuine stand zodanig is bevestigd, dat het snijvlak ervan aan de onderzijde enigszins uitsteekt. De schaaf wordt gebruikt om hout vlak te maken of om er een bepaalde vorm aan te geven. [N 53, 53; S 30; monogr.] II-12