e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrijgezel vrijgezel: vriegezel (Valkenburg) vrijgezel; ongehuwde man [patriara, wicht, vrijgezel] [N 86 (1981)] III-2-2
vroedvrouw wijsvrouw: weisvrouw (Valkenburg), wiesvrouw (Valkenburg, ... ), vroedvrouw zorgde de dagen na de bevalling ook voor moedr en kind  wiesvrouw (Valkenburg) hoe heet de baker of vroedvrouw? [DC 05 (1937)] || vroedvrouw || vroedvrouw; (gediplomeerde) vrouw die helpt bij bevalling [DC 12a (1943)] III-2-2
vroegmis vroegmis: vreugmès (Valkenburg), vrø.mɛs (Valkenburg) De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vro.uw (Valkenburg), vrouw (Valkenburg), vroͅuw (Valkenburg), wètste wê die vrouw woar (Valkenburg) vrouw [RND], [RND], [ZND 04 (1924)] || wie [weet je, ~ die vrouw was?] [SGV (1914)] III-3-1
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vrouw (Valkenburg, ... ) vrouw; (bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote?) [DC 05 (1937)] III-2-2
vrouwelijk jong van de geit germpje: germkǝ (Valkenburg), girmkǝ (Valkenburg) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kalf vaars: vē̜rs (Valkenburg), vɛ̃rš (Valkenburg), vaarsje: vē̜rškǝ (Valkenburg) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk kuiken hennetje: henǝkǝ (Valkenburg) [N 19, 41a; monogr.] I-12
vrouwelijk lam germ: germ (Valkenburg), germpje: germkǝ (Valkenburg) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12
vrouwelijk rund dat voor de eerste keer drachtig is drachtige vaars: draxtegǝ vē̜rs (Valkenburg), vol rund: vǫl rønt (Valkenburg) [N C, 9e en 10a; JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 14a, 20 en 22] I-11