e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weerstand biedend wreed in de muil: vrīǝ en dǝ mul (Valkenburg) Hard in de bek, minder gevoelig voor de toom. Het paard verzet zich tegen het trekken, vooral bij het begin van een nieuw of lang niet gedaan werk, of als het hard moet trekken. [N 8, 64e] I-9
weerwolf werewolf: wêrewouf (Valkenburg) weerwolf [SGV (1914)] III-3-3
wees wees: weis (Valkenburg) wees [SGV (1914)] III-2-2
weesgegroet weesgegroetje: Weesgegroetje (Valkenburg) Het gebed "Weesgegroet Maria", "Ave Maria", groetenis [jejruust zais(t) de Maria]. [N 96B (1989)] III-3-3
weesgegroetkralen weesgegroetkralen: de Wees Gegroetkralle (Valkenburg) De Weesgegroet-kralen (53 stuks). [N 96B (1989)] III-3-3
weg weg: wēx (Valkenburg) weg [RND] III-3-1
wegbereiders van de processie bijlenmannetjes: biele mennekes (Valkenburg) De groep (militairen, leden van de schutterij) die in de processie vooruit loopt en de eventuele hindernissen opruimt die de processie op haar weg vindt [bielemaander, bielemennekes]. [N 96C (1989)] III-3-3
weggrissen graaien: grèìen (Valkenburg) grissen: Snel wegnemen (grissen, ritsen, keuteren, graaien). [N 84 (1981)] III-1-2
wegkwijnen kwijnen: kwīēne (Valkenburg) (Weg)kwijnen: langzaam achteruitgaan, gezegd van een zieke (kwijnen, kwelen, pratten, afteren). [N 84 (1981)] III-1-2
wei band: bē̜nt (Valkenburg), dikke melk: dikǝ melk (Valkenburg), dikke wei: dekǝ węi̯ (Valkenburg), wei: wēi̯ (Valkenburg), wē̜i̯ (Valkenburg, ... ), węi̯ (Valkenburg, ... ), weiwas: węi̯was (Valkenburg) Dunne, zoete vloeistof die, na de afscheiding van de kaasstof, van de melk overblijft. [L 27, 30 en 31; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 7, 15, 27 en 28; L 2, 7; A 9, 15a en 15b; S 15; Ge 22, 65 en 128; monogr.] || In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.] I-11, I-8