e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
den den: den (Valkenburg, ... ), spar: sjpar (Valkenburg, ... ), wiemot: soort den  wiemat (Valkenburg), Weymouthden, pinus strobus  wiemot (Valkenburg) De den (in het bijzonder de grove den) (den, del, mast, spar). [N 82 (1981)] || denneboom || een dennensoort III-4-3
denken denken: dinkə (Valkenburg), dènke (Valkenburg) denken [SGV (1914)] || denken: Je moet er nog maar eens over - [DC 35 (1963)] III-1-4
dennenappel dennenappel: denne appel (Valkenburg, ... ), dennenkop: denneköp (Valkenburg) De vrucht van een den, denne-appel (prop, bol, kegel, knop, fobbes, kroot, krutje, rots, dop, papekul, noot, kooi, tod, pil, appel). [N 82 (1981)] || dennenappel [SGV (1914)] III-4-3
dennennaalden dennennaalden: dennenoalde (Valkenburg) dennennaald [SGV (1914)] III-4-3
desemen desemen: dijssəmə (Valkenburg), te bakken zetten: nadat het zuurdeeg in het beslag was gedaan  te bakkə zèttə (Valkenburg) desemen; Hoe noemt U: Zuurdeeg in het beslag voor brood doen, desemen (zuren, mengen, desemen, het zuur zetten) [N 80 (1980)] III-2-3
deugd deugd: deug (Valkenburg) Deugd. [N 96D (1989)] III-3-3
deugdzaam deugdzaam: deugzaam (Valkenburg) Deugdzaam. [N 96D (1989)] III-3-3
deugniet ondeugd: ondeug (Valkenburg), ondeugender, een -: ondeugender (Valkenburg), ondeugeniet: ondeugeneet (Valkenburg), rotzak: rotzak (Valkenburg), spitsboef: sjpietsboof (Valkenburg) deugniet [DC 11 (1942)], [SGV (1914)] || een ondeugende jongen die allerlei streken uithaalt [pagadder, horzak, luifer] [N 85 (1981)] III-1-4
deuk in een hoed deuk: deuk (Valkenburg) deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)] III-1-3
deur deur: dø&#x0304r (Valkenburg), dø̄r (Valkenburg) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.]deur II-9, III-2-1