e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dooien dooien: doà (Valkenburg), t slaakt]: afgoon (Valkenburg), doüen (Valkenburg) dooien [SGV (1914)] || dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
dooier doren: dōrǝ (Valkenburg), geels: gęls (Valkenburg) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: doup (Valkenburg), nne duip (Valkenburg) doop [SGV (1914)] || Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbelofte doopbelofte: de doupbelofte (Valkenburg) De doopbeloften zoals ze worden afgelegd door peter en meter. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbewijs doopbewijs: dn duipbewies (Valkenburg), t doupbewies (Valkenburg) Het doopbriefje, het bewijs dat men gedoopt is [doofsjien]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopdekentje doopdekentje: duipdekkensche (Valkenburg) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopgetuige aan de doop komen: aan dn duip komme (Valkenburg) Als doopgetuige aanwezig zijn [an doof joaë]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopjurkje doopdoek: dö.ybdo.k (Valkenburg), doopkleed: t doupkleid (Valkenburg, ... ), doopkleedje: duipkletsche (Valkenburg) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopkleed [RND] || het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] || het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei] [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doopkaars doopkaars: de duipkaerts (Valkenburg) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: duipkapel (Valkenburg) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3