e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dries dries: drēs (Valkenburg) In onder andere de vragen N 14, 55 en L 19b, 3a is gevraagd naar de betekenis van dries. De antwoorden verschillen nogal van elkaar. De ene informant zegt dat dries een ø̄niet omheinde weiø̄ is, volgens de andere is dries een ø̄omheind stuk weilandø̄. De een noemt dries ø̄droge hoge weideø̄, de ander een ø̄laag stuk weilandø̄. Het kenmerk ø̄braakliggendø̄ scoort het hoogst. ø̄Met gras begroeidø̄ en ø̄onvruchtbareø̄ of ø̄minderwaardige grondø̄ zijn de daaropvolgende meest genoemde kenmerken. Op grond hiervan zou men dries als volgt kunnen defini√´ren: ø̄onvruchtbare, met gras begroeide grond die enige jaren braak ligt, voordat men ze bewerktø̄. Intussen kan men er wel schapen laten grazen. Van Dale (11de druk, blz. 661 s.v. dries) geeft als de eerste twee betekenissen ø̄braakliggende akkerø̄ en ø̄verarmd bouwland dat als (schapen)weide gebruikt wordtø̄. [N 14, 55; N 14, 52; N 14, 50a; N 14, 50b; N 6, 33b; L 19b, 3a; L 19b, 2aI; A 10, 4; Wi 15; RND 20; monogr.] I-8
driesteek drietuit: drieteut (Valkenburg) steek: tot in de aanvang der 16e eeuw de algemene dracht als hoofddeksel III-1-3
drievuldigheidszondag drievuldigheidszondag: Drievöldigheidszondig (Valkenburg) De eerste zondag na Pinksteren, het feest van de H. Drieëenheid of Drievuldig-heid, Drievuldigheidszondag. [N 96C (1989)] III-3-3
driftig colrig (<fr.): kolêrig (Valkenburg) driftig [SGV (1914)] III-1-4
driftig lopen nits lopen: Tussen haakjes heeft de informant ook nog het woord "kittig"opgegeven.  nietsj loupe (Valkenburg), vurig lopen: vuurich loupe (Valkenburg) lopen: driftig lopen [op ne staog loope] [N 10 (1961)] III-1-2
drijftol kokkerel: koekerel (Valkenburg), kokkerel (Valkenburg), #NAME?  koekerel (Valkenburg), Eigenl. kucker-al: alziener.  koekkerel (Valkenburg) drijftol [SGV (1914)] || Drijftol. || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)] III-3-2
drijfzand drijfzand: drīēfzant (Valkenburg) drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
drijver drijver: drīvǝr (Valkenburg), zet: zęt (Valkenburg) Een metalen of met metaal verstevigde houten pin waar de kuiper met de kuipershamer op slaat om de banden van een vat aan te drijven. De houten drijver is aan de bovenkant versterkt met een metalen ring, terwijl de onderkant in een metalen punt uitloopt. In de punt van de drijver is vaak een gleuf aangebracht waardoor de kuiper tijdens het vastslaan van de banden een beter houvast heeft. Zie ook afb. 215. De drijfpin werd in Eisden (Q 7) en Mechelen-aan-de-Maas (Q 9) met behulp van een nijptang vastgehouden. [N E, 26b; N E, 45d; monogr.] II-12
drinkbeker snel: schnel (Valkenburg) aarden drinkbeker, hoog drinkglas III-2-1
drinken buizen: buize (Valkenburg), drinken: drinke (Valkenburg, ... ), drinken (Valkenburg), lessen: lèsjə (Valkenburg) bier drinken || drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)] III-2-3