e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
franje franjel: franjel (Valkenburg), franjele (Valkenburg), frānjǝl (Valkenburg), (mv)  franjǝlǝ (Valkenburg), kwast: kwaste (Valkenburg), (mv)  kwastǝ (Valkenburg), kwastje: kweskes (Valkenburg), (mv)  kwɛskǝs (Valkenburg) franje [SGV (1914)] || Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
frater frater: fra.ter (Valkenburg), fraater (Valkenburg) frater || sijs: frater (13,5 bruin, maar zonder rood en zwart van barmsijs [009]; zeldzaam op trek; meest nog in het westen [N 09 (1961)] III-4-1
fret fret: frèt (Valkenburg) fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2
fronsen fronsen: fronse (Valkenburg), rimpelen: rumpele (Valkenburg) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit bewaren opleggen: oplegge (Valkenburg) meuken (fruit bewaren) [SGV (1914)] III-2-3
fruit eten grazen: graze (Valkenburg), knatsen: knatsche (Valkenburg), knatsje (Valkenburg), knatsjə (Valkenburg, ... ), snuisteren: voornamelijk voor fruitsnoepen  schnuistere (Valkenburg) fruit [onrijp ~ eten] [SGV (1914)] || fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] || onrijp fruit eten || snoepen III-2-3
fruit, slechte kwaliteit bag: bag, boeg (Valkenburg) uitvaagsel v vruchten I-7
fruiten braden: brao (Valkenburg), fruiten: fruitə (Valkenburg) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitvlaai ooftevla: euftevla (Valkenburg) limburgse vlaai (zeer dunne ronde broodkoek) met moes van gedroogde appels bestreken III-2-3
fruitworm worm: eigen spellingsysteem  wörrem (Valkenburg) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2