23432 |
altaarretabel |
drieluik:
drieluuk (Q101p Valkenburg)
|
Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23753 |
alziend oog |
alziend oog:
Alzeend oug (Q101p Valkenburg)
|
Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
ampölle (Q101p Valkenburg)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18371 |
andere damesschoenen |
pinschoen:
pinschön (Q101p Valkenburg)
|
damesschoenen; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33260 |
andere oude klaversoorten |
luzerneklee:
lyzɛrn[klee] (Q101p Valkenburg)
|
In dit lemma staan de niet in de andere lemmaɛs met behandelde klaversoorten bijeen. Vergelijk de behandeling van het materiaal voor vraag N 14, 82, "oude grassoorten" in aflevering I.3. Enkele soorten kunnen worden geïdentificerd; hopklaver is de Medicago lupulina L.; rolklaver (en rolklee) is de Lotus corniculatus L.; bastaardklee is de Trifolium hybridum L.; honingklee is de Melilotus Miller; luzerne of luzerneklee is de Medicago sativa L. Bij ɛstoppelkleeɛ (L 330): "tegelijk met het graan gezaaide klaver die na het maaien van het graan tussen de stoppels opschiet". Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.; add. uit A 60A, 14]
I-5
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (Q101p Valkenburg)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
23259 |
angelusklok |
angelusklokje:
angelesklökske (Q101p Valkenburg)
|
De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23449 |
angelustorentje |
angelustorentje:
angelestäöreke (Q101p Valkenburg)
|
Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19312 |
angst |
angst:
angs (Q101p Valkenburg)
|
angst [SGV (1914)]
III-1-4
|
33621 |
anjelier |
groffiaat:
groffijaote (Q101p Valkenburg),
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
groffiaot (Q101p Valkenburg),
jonkertje:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
junkerke (Q101p Valkenburg)
|
[DC 17 (1949)]
I-7
|