34006 |
het paard met een enkele lijn leiden |
enkel lijntje:
ɛŋkǝl lintšǝ (Q101p Valkenburg),
op de stoklijn varen:
op ˲dǝ štǫklin vārǝ (Q101p Valkenburg)
|
Het paard mennen met een lijn die uit twee delen bestaat, één dat via de rug van het paard de twee uiteinden van het gebit verbindt (cf. lemma Loenje), en een enkele lijn die aan het achterste einde van de eerste bevestigd is (cf. lemma Kordeel, Hotlijn). Die enkele lijn, het kordeel, houdt de voerman in de hand. Om het paard links te doen afslaan, houdt hij die strak gespannen; om het rechts te doen afzwenken, trekt hij met kleine schokjes (stuiklijn). Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [JG 1b; N 8, 101a; N 13, 29; monogr.]
I-10
|
33921 |
het paard wennen aan tuig en arbeid |
aanspannen:
ānšpanǝ (Q101p Valkenburg)
|
[N 8, 99]
I-9
|
23983 |
het schuifje krijgen |
het schuifje krijgen:
t sjuufke kriege (Q101p Valkenburg)
|
Het gebruik om het schuifblad in de biechtstoel te sluiten wanneer de biecht wordt uitgesteld en de biechteling niet geholpen kan worden omdat er redenen zijn om aan het berouw of aan het vervullen van de voldoening te twijfelen [het deurken/vensterken kr [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21436 |
het volle bedrag |
de hele roffel:
den heile roefel (Q101p Valkenburg),
santenkraam:
Van Dale: santenkraam.
santekroam (Q101p Valkenburg)
|
volle bedrag, de gehele som, zonder korting [de hele poet, de volle roefel, de hele paaj?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19768 |
het vuur aansteken |
aanstoken:
aansjteuke (Q101p Valkenburg)
|
aanstoken [SGV (1914)]
III-2-1
|
19415 |
het vuur doven |
de ameren derin laten:
(aomere = as).
de aomere derin laote (Q101p Valkenburg),
laten uitdoven:
laote oetdouve (Q101p Valkenburg),
laten uitgaan:
laote oetgaon (Q101p Valkenburg),
loaten oetgoon (Q101p Valkenburg),
ps. boven de a en o (van ...gaon) moeten nog een punten staan; deze combinatieletters kan ik niet maken; omspelling Å en Ø?
et vuur laote oetgaon (Q101p Valkenburg),
uitdoen:
oetdaon (Q101p Valkenburg),
uitgaan:
et vuur geit oet (Q101p Valkenburg),
oetgoon (Q101p Valkenburg),
uitmaken:
ps. boven de a (van make) moet nog een punt staan; deze combinatieletter kan ik niet maken; omspelling Å?
et vuur oet make (Q101p Valkenburg)
|
doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)]
III-2-1
|
23801 |
het vuur wijden op paaszaterdag |
vuurwijding:
vuurwiejing (Q101p Valkenburg)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het vuur te wijden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23618 |
het zielboek aflezen |
de doden voorlezen:
de doa veurlaeze (Q101p Valkenburg)
|
Het zielenboek aflezen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20678 |
hete bliksem |
appelenprul:
appleprul (Q101p Valkenburg),
hete bliksem:
heite bliksem (Q101p Valkenburg),
Eigen phonetische
heite blieksəm (Q101p Valkenburg)
|
middagspijs uit samengekookte appels en aardappels || Stamppot van appelen en aardappelen (appelprul, hemel en aarde, hete bleksem, onder en boven de tafel, hoog en laag?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20404 |
heten |
heten:
heisje (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
heisjə (Q101p Valkenburg)
|
heeten [SGV (1914)], [ZND 25 (1937)] || heten [DC 37 (1964)]
III-2-2
|