20784 |
karbonade |
karbonade:
eigenlijk op kolen geroosterd varkensvlees, varkensgebraad
kermenaat (Q101p Valkenburg)
|
carbonade
III-2-3
|
24072 |
kardinaal |
kardinaal (<fr.):
inne kardinaal (Q101p Valkenburg)
|
Een kardinaal. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20653 |
karnemelk |
botermelk:
bōtǝrmelk (Q101p Valkenburg),
bōtǝrmølk (Q101p Valkenburg),
bōtǝrmęlk (Q101p Valkenburg),
bōtǝrmęlǝk (Q101p Valkenburg),
bōtǝrmęlǝq (Q101p Valkenburg)
|
De voeistof die van de room overblijft als de boter gemaakt is. Op de kaart is het woordtype botermelk niet opgenomen. [L 1u, 103; L 27, 30; JG 1a, 1b; R 3, 49 en 71; S 17; S 23 add.; A 7, 16; RND 100; Gwn 10, 3; Vld.; monogr.]
I-11
|
20672 |
karnemelksepap |
botermelkpap:
botermelkpap (Q101p Valkenburg),
Eigen phonetische
botermilkpap (Q101p Valkenburg)
|
Karnemelksepap (mölkepap, mölkezuip, zuipe?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20673 |
karnemelksepap met roggezemelen |
zemelenprut:
zeemeleprut (Q101p Valkenburg)
|
Karnemelksepap met roggezemelen (zemeleprut?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
34249 |
karnen |
boter draaien:
[boter] drīi̯ǝ (Q101p Valkenburg),
boter stoten:
[boter] štu̯ātǝ (Q101p Valkenburg),
boteren:
bōtǝrǝ (Q101p Valkenburg),
draaien:
drīi̯ǝ (Q101p Valkenburg),
drīǝi̯ǝ (Q101p Valkenburg),
stoten:
štu̯ātǝ (Q101p Valkenburg)
|
Het op en neer bewegen van de vetdeeltjes in de melk of room, zodat deze zich aan elkaar hechten en op die manier boter vormen. Boter maken. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [S 17; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; L 27, 68; A 7, 23; A 28, 7; Ge 22, 8; Vld.; monogr.; add. uit N 12; A 16; S]
I-11
|
34254 |
karnmolen |
botermolen:
[boter]mø̄lǝ (Q101p Valkenburg),
bottermolen:
[botter]mø̄lǝ (Q101p Valkenburg),
karnrad:
karǝnrāt (Q101p Valkenburg)
|
De molen waarmee men karnt. De karnmolen staat rechtop en de verticale as draait met horizontale bewegingen. Een variant hierop is een liggende ton met een horizontale as met verticale ronddraaiende bewegingen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [N 12, 53 en 55; L 1a-m; JG 1a, 1b, 1d; monogr.]
I-11
|
34251 |
karnstaf |
botterstaf:
[botter]štāf (Q101p Valkenburg),
botterstek:
[botter]štęk (Q101p Valkenburg),
botterstoter:
[botter]štuǝtǝr (Q101p Valkenburg),
[botter]štø̄ǝtǝr (Q101p Valkenburg),
haspel:
haspǝl (Q101p Valkenburg),
steel:
štēl (Q101p Valkenburg),
stoter:
stuǝtǝr (Q101p Valkenburg),
štuǝtǝr (Q101p Valkenburg),
štø̄tǝr (Q101p Valkenburg),
štūǝtǝr (Q101p Valkenburg)
|
Boterstoter bestaande uit een stok met een aan de onderzijde bevestigde plank die van gaatjes is voorzien. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 7, 19, 20, 21 en 23; A 16, 8, 8a, 8b en 8c; L 22, 8; L 27, 67 en 68; JG 1a, 1b, 1c; Ge 22, 18, 19 en 20; monogr.; add. uit: N 5A (I]
I-11
|
34250 |
karnvat |
botervat:
[boter]vāt (Q101p Valkenburg),
botterbaar:
[botter]bār (Q101p Valkenburg),
botterstand:
[botter]staŋ (Q101p Valkenburg),
bottervat:
[botter]vāt (Q101p Valkenburg),
stand:
štant (Q101p Valkenburg
[(van hout)]
)
|
Botervat waarbij de karnstaf (zie het lemma ''karnstaf'' (12.3) in deze aflevering) met de daaraan bevestigde schijf in een op- en neergaande beweging wordt gebracht. Dit vat, waarin de melk tot boter gekarnd wordt, kan van verschillende materialen gemaakt worden. Vaak was het van hout (kersenhout kērs in L 329) of steen en soms van metaal, bijvoorbeeld van een omgebouwde melkbus (melkbus męlǝkbøs in L 322a, melktuit męlǝktø̜i̯t in L 163, 164 en 165, tuit tø̜i̯t in L 373). Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering.' [A 7, 19, 19a en 23; A 16, 8a; L 1a-m; L 22, 8 add.; L 27, 67 en 68; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 17; Ge 22, 11, 15 en 16; monogr.; add. uit N 5A (I]
I-11
|
24333 |
karper |
karper:
karper (Q101p Valkenburg),
kerper (Q101p Valkenburg)
|
Hoe noemt u de karper: een zoetwatervis die voorkomt in stilstaande en traag stromende wateren. Hij heeft een lange rugvin, de buikvinnen staan ingeplant achter de borstvinnen, ongeveer gelijk met het begin en het einde van de rugvin. De bek heeft dikke e [N 83 (1981)] || karper [SGV (1914)]
III-4-2
|