28734 |
naaiwerk |
naaiwerk:
nięwɛrk (Q101p Valkenburg)
|
Werk dat bestaat uit naaien of dat wat men bezig is te naaien. [N 62, 1e]
II-7
|
18184 |
naakt |
bloot:
bloat (Q101p Valkenburg),
naaks:
naaksj (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
polkernaaks:
poelekernaaksch (Q101p Valkenburg)
|
naakt [SGV (1914)] || poedelnaakt || zonder kleren, onbedekt [naakt, nakst, nakend, naaks, naks, bloot] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
26113 |
naald |
naald:
nǭlt (Q101p Valkenburg)
|
De naald is een draad gehard staal, voorzien aan de ene zijde van een spitse punt en aan de andere zijde van een oog om de draad door te steken. De kleermaker of naaister gebruikt ze om te naaien, te stoppen of te borduren. Men kent naalden in verschillende lengtes en diktes. De keuze van de naald hangt af van het beoogde doel, de draad en dikte van de draad en de dikte van de stof (Gerritse, pag. 26 en 27). [N 59, 11a; N 62, 49a; N 62, 49c; L 5, 2; L 8, 29; L B1, 76; Gi 1.IV, 13a; MW; Wi 6; S 25; monogr.]
II-7
|
28886 |
naaldenkoker |
kokertje:
kø̜̄kǝrkǝ (Q101p Valkenburg),
naaldenkoker:
nǭldǝkōkǝr (Q101p Valkenburg)
|
Langwerpige koker voor het bewaren van spelden en naalden. Deze koker kan van hout zijn en kan wat krijtpoeder bevatten. Volgens de informant van L 416 worden naalden zo bewaard om naaldenroest tegen te gaan. De informant van Q 111* vermeldt dat men daar talkpoeder gebruikt in plaats van krijtpoeder. [N 59, 13b; N 62, 70; Gi 1.IV, 63; monogr.]
II-7
|
23814 |
naampatroon |
patroon (<fr.):
Petroan (Q101p Valkenburg)
|
Een naampatroon, de heilige naar wie men is genoemd [namenspatroeën]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23324 |
naar de kerk |
naar de kerk:
noa de kèrk (Q101p Valkenburg)
|
naar [~ de kerk] [SGV (1914)]
III-3-3
|
23529 |
naar de mis gaan |
de mis horen:
de mès huère (Q101p Valkenburg)
|
De mis bijwonen, de mis horen [mès huëre, mès bèèje?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17848 |
naar huis gaan |
naar heim gaan:
nao heim gaon (Q101p Valkenburg),
naar huis gaan:
nao hoes gaon (Q101p Valkenburg),
noa hoes goan (Q101p Valkenburg)
|
naar huis gaan [DC 03 (1934)]
III-1-2
|
34013 |
naar links |
haar:
hār (Q101p Valkenburg)
|
Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.]
I-10
|
34014 |
naar rechts |
hot:
hǫt (Q101p Valkenburg)
|
Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.]
I-10
|