e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ondiep poten niet diep genoeg: nēt dēp gǝnox (Valkenburg) Vergelijk ook de lemmaɛs Ondiep en Ondiep Ploegen in aflevering I.1, p. 85-87. Het materiaal van dit lemma kan worden beschouwd als een aanvulling op dat van aflevering 1. Daar er in de eerste aflevering geen kaarten zijn opgenomen, is hier in kaart 14 ook het materiaal van de genoemde lemma¯s toegevoegd, zodat een algemene kaart Ondiep kon worden getekend. Bij de bijwoordelijke uitdrukkingen in dit lemma moet steeds het werkwoord voor "poten": ɛpoten, plantenɛ of ɛzettenɛ, worden toegevoegd; zie daartoe het lemma Poten. [A 20, 1a] I-5
ondiepe voor, ondiep geploegd land (het land is/ligt) gebelkt: gǝbęlǝk (Valkenburg), belk: bęlǝk (Valkenburg) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor a) de ondiepe voor in het algemeen; b) de voor die ontstaat bij de een of andere manier van ondiep ploegen; c) de akker die in zodanige voren geploegd ligt. Van een indeling in groepen moest worden afgezien, omdat van sommige woordtypen niet alleen de meervouds-, maar ook de enkelvoudsvorm bruikbaar is voor de ondiepe voren waarmee men de akker beploegt, en bijgevolg voor de aldus bewerkte akker zelf. De termen zijn voornamelijk gerangschikt naar het grondwoord voor "ondiep geploegd" resp. "ondiepe voor". Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma ploegvoor. [N P, 12; N 11A, 109c + d; add.: JG 1b; N 11, 59; A 20, 1b; monogr.] I-1
oneetbare bes duivelskers: vb. hondskers, frangula alnus, nachtschade, solanum nigrum, enz.  duuvelskeersch (Valkenburg) verschillende oneetbare of vergiftigde rode of zwarte besjes III-4-3
onelegant paard lubbes: lø̜bǝs (Valkenburg) Lomp paard. [N 8, 20 en 62n] I-9
onfatsoenlijk onfatsoenlijk: onfatsoenlik (Valkenburg) in strijd met het fantsoen, met de goede manieren [vies, onfatsoenlijk] [N 85 (1981)] III-1-4
ongedierte, algemeen ongedierte: eigen spellingsysteem  ongedeerte (Valkenburg), ongesiefer: eigen spellingsysteem  ŏngesiefer (Valkenburg), ongesiefers: ongesiefersch (Valkenburg) gedierte, klein ~ (verzamelnaam voor insecten, wormen, spinnen enz.) [gediert, ongediert, gewörmt, ongesiefer] [N 26 (1964)] || ongedierte III-4-2
ongehoorzame jongen vlegel: vlegel (Valkenburg) een ongehoorzame jongen [bengel] [N 85 (1981)] III-1-4
ongehuwd samenleven bijeen liggen: bie-ein liegke (Valkenburg, ... ), hokken: hokke (Valkenburg) een concubinaat, een buitenechtelijke samenleving van man en vrouw, gedurende enige tijd [N 96D (1989)] || samenleven van man en vrouw zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [meuken, jennen] [N 86 (1981)] III-2-2
ongelijke zoom timp: tømp (Valkenburg) Zoom die ongelijk hangt. [N 62, 77] II-7
ongelovige ongelovige: `nne ongeluivige (Valkenburg), de ongeluivige (Valkenburg) Een ongelovige, de ongelovigen. [N 96D (1989)] III-3-3