22316 |
onnozele-kinderendag |
allerkinderen:
Allerkingere (Q101p Valkenburg),
onnozele-kinderen:
enuèzel kinger (Q101p Valkenburg),
ĕnne͂uzel kinger (Q101p Valkenburg),
Onnuèzel Kinger (Q101p Valkenburg),
onnuèzele kinger (Q101p Valkenburg),
ònnèùəzel kinger (Q101p Valkenburg)
|
28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] || Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
22849 |
onpaar |
omp:
òmp (Q101p Valkenburg)
|
onpaar [SGV (1914)]
III-3-2
|
33108 |
onregelmatig dorsen |
melken:
milǝkǝn (Q101p Valkenburg)
|
Nu eens hard en dan weer zacht slaan. In de vraag was de suggestie opgenomen: "kalfkes maken; met een kuuske en een kalfke dorsen". Voor de fonetische documentatie van de uitdrukking slaghouden, zie het lemma ''maat houden bij het dorsen'' (6.1.3). [N 14, 14a]
I-4
|
20922 |
onrijp |
groen:
greun (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
greun (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
onrijp:
onriep (Q101p Valkenburg)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || onrijp [SGV (1914)]
I-7
|
20581 |
ontbijt |
koffie, de -:
koffie (Q101p Valkenburg),
bij brood en boter, met vlees, kaas of ei, vroeger ook met pap
koffie (Q101p Valkenburg),
koffiedrinken, het -:
koffiedrinke (Q101p Valkenburg),
morgenskoffie, de -:
murgeskoffie (Q101p Valkenburg),
sop:
sop (Q101p Valkenburg),
vroegstuk:
vreugstuk (Q101p Valkenburg)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 7 à 8 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 8 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)] || ontbijt
III-2-3
|
23941 |
onthoudingsdag |
vleesloze dag:
vleisjloze daag (Q101p Valkenburg)
|
Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18858 |
ontzien |
ontzien:
ontzeen (Q101p Valkenburg)
|
iemand zoveel mogelijk sparen [ontzien, vreeuwen, vieren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17927 |
onvast ter been (zijn) |
slecht op de benen:
schlech op de bein zeen (Q101p Valkenburg)
|
lopen: onvast, wankelend lopen [stroemele, striemele, strampele] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34456 |
onvruchtbare geit |
steenbok:
štęi̯nbok (Q101p Valkenburg)
|
De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.]
I-12
|