33924 |
roskam |
roskam:
rǫskam (Q101p Valkenburg)
|
IJzeren kam met 4 à 8 fijngetande en op regelmatige afstand van elkaar op de vlakke onderzijde geplaatste kamboorden om paarden - ook koeien- te kammen of te rossen, voornamelijk om het stof, plukjes, strootjes e.d. uit het paardehaar te kammen. Vooraan is een afzonderlijke naar boven wijdgetande kamboord. Over alle vlezige delen, te beginnen met het kruis, wordt tegen de haren in gekamd; beenachtige gedeelten worden niet geroskamd. Is het paard fijn van haar of glad gestreken, dan heeft de roskam geen zin. Daarna dient het paard geborsteld te worden met de roskam in de ene en de borstel in de andere hand. Zie afbeelding 24. [N 18, 139]
I-9
|
33923 |
roskammen |
roskemmen:
rǫskęmǝ (Q101p Valkenburg)
|
Met borstel en kam - zie het volgende lemma - reinigen. [N 8, 102]
I-9
|
26668 |
rosmolen |
mange (fr.):
Zie algemene opmerking van de invuller: eigen fonetische notering; (\\) = stomme e. (heb deze lijst dus letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft, dus niet(s) omgespeld!).
mənéézjə (Q101p Valkenburg),
manège (fr.):
manē̜žǝ (Q101p Valkenburg)
|
De oudste machine die voor het dorsen werd gebruikt. Een paard leverde hier de drijfkracht. Algemeen wordt onder manège een constructie verstaan bestaande uit een vertikale as die door een horizontale boom, waar een paard is voorgespannen, in beweging wordt gebracht. Door middel van een kardan-koppeling wordt die draaiende beweging doorgegeven aan een horizontale as die door de wand van de schuur naar een machine werd geleid en deze aandrijfkracht leverde. In dit geval wordt door de rosmolen een trommel aangedreven waarin de halmen gedorst werden. Vergelijk ook het lemma ''rosmolen'' in de aflevering over de molenaarsterminologie, wld II,3, blz. 163.' [N 14, 7; JG 1a, 1b; monogr.] || dorsmachine: draaiend wiel met boom dat door een trekpaard wordt voortgedreven om de dorsmachine te doen werken [N 14 (1962)]
I-4, I-7
|
20955 |
rot |
baal:
baol (Q101p Valkenburg),
rot:
rot (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || voos bij groenten en fruit
III-2-3
|
33534 |
rot, van fruit |
rot:
rot (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)]
I-7
|
20896 |
rotten |
uitdrogen:
oetdreūge (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33583 |
rotten, van fruit |
uitdrogen:
oetdreūge (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)]
I-7
|
24066 |
rouw dragen |
rouw dragen:
rouw drage (Q101p Valkenburg)
|
Rouw dragen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20421 |
rouwbrief |
rouwbrief:
de rouwbreef (Q101p Valkenburg)
|
De rouwbrief. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24065 |
rouwkrans |
krans:
krants (Q101p Valkenburg)
|
De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|