20851 |
rozijnenbrood |
krentenweg:
krintewègk (Q101p Valkenburg)
|
wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)]
III-2-3
|
29017 |
ruche |
ruchetje:
ryškǝ (Q101p Valkenburg)
|
Geplooid (kanten) oplegsel aan dameskleren of een geplooide gerimpelde of klokkend geknipte reep stof. Er zijn twee soorten ruches, rechte en ronde, die verschillend worden geknipt. Zie afb. 47. [N 62, 42a; MW; monogr.]
II-7
|
17767 |
rug |
rug:
ruk (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
rök (Q101p Valkenburg),
rø̜k (Q101p Valkenburg)
|
rug [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12]
I-9, III-1-1
|
32882 |
rug van het blad van de zeis |
rug:
rø̜k (Q101p Valkenburg)
|
De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b]
I-3
|
33198 |
rug, aangeaard stuk |
voor:
voor (Q101p Valkenburg)
|
De verhoogde rug of wal die ontstaat bij het aanaarden van de aardappelen. Bij holvoor(de) heeft betekenisoverdracht plaatsgevonden; het is eigenlijk de open voor naast de rug. [N 12, 27; monogr.]
I-5
|
17640 |
ruggengraat |
ruggenstrang:
rukkesjtrank (Q101p Valkenburg),
rugstrang:
rugschtrang (Q101p Valkenburg)
|
rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17641 |
ruggenwervel |
wervel:
wervel (Q101p Valkenburg),
wörvel (Q101p Valkenburg),
wervelknook:
wervelknook (Q101p Valkenburg)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
33989 |
rugnet |
net:
[net] (Q101p Valkenburg)
|
Vliegennet dat over de rug van het paard wordt gehangen. Een groot aantal opgaven zijn benamingen voor het vliegennet in het algemeen. Zie voor de fonetische documentatie het lemma Vliegennet [JG 1a; N 13, 83c]
I-10
|
33974 |
rugriem |
rugriem:
rugriem (Q101p Valkenburg)
|
Riem die een paard dat niet tussen berries is ingespannen op de rug draagt om de strengen op te houden. De rugriem wordt ook gebruikt bij het voorste van twee ingespannen paarden. [JG 1b, 1c, 1d; N 13, 69]
I-10
|
17737 |
ruiken |
ruiken:
rûûke (Q101p Valkenburg),
Tans, J.G.H., Isoglossen rond Maastricht in de dialecten van Belgisch en Nederlandsch Zuid-Limburg. Maastricht, uitg. Van Aelst, 1938. 246 pp.
y, y: (Q101p Valkenburg)
|
rieken [ZND 25 (1937)] || ruiken
III-1-1
|