e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
takkenbos fak: (Gulpens), (fr. fagot)  fak (Valkenburg), schans: Kil.: schantze, mutsaerd. Teuth. heeft schrantz, samengebonden pak  schans (Valkenburg) takkebos || takkenbos III-4-3
tamme kanarie kanarie: knarie (Valkenburg) Hoe noemt u de tamme kanarie? (kernollievogel, konijnevogel, pietje) [N 104 (2000)] III-2-1
tand tand: tand (Valkenburg, ... ) tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
tand van de gaffel gaffelschank: gafǝlšaŋk (Valkenburg) De lange tanden van de hooigaffel. [N 18, 30 add.] I-3
tand, tanden tanden: tɛŋ (Valkenburg) Achter het codenummer van de plaats is de meervoudsvorm vermeld. Voor een aantal plaatsen beschikken wij evenwel alleen over de enkel- of meervoudsvorm; deze laatste citeren wij als eerste. [JG 1a, 1b; N 8, 17] I-9
tanden tanden (mv.): teng (Valkenburg) tanden [SGV (1914)] III-1-1
tanden van de hooihark tanden: tɛŋ (Valkenburg) De houten pennen die aan beide zijden uit de dwarsbalk van de hooihark steken; zie afbeelding 11, d. Alle opgaven zijn in het meervoud. [N 18, 92d] I-3
tanden van een riek schanken: šɛ.ŋk (Valkenburg) Van de opgesomde termen zijn de niet-samengestelde meestal ook toepasselijk op de tanden van de mesthaak en van de hooivork. Voor het aantal tanden dat een riek kan hebben, zie men het vorige lemma. [N 11A, 13b + 17b; div.; monogr.] I-1
tandpijn tandpijn: tandpien (Valkenburg) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tandvlees tandvlees: tandvleisch (Valkenburg), tandvleisj (Valkenburg, ... ) Hoe noemt men het tandvlees? [DC 30 (1958)] || tandvlees [bibbletjes, bibbertjes] [N 10 (1961)] III-1-1