e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verbruien verbruien: verbruje (Valkenburg), verdommen: verdomme (Valkenburg) verbruien [SGV (1914)] III-1-4
verdacht verdacht: verdach (Valkenburg) verdacht [SGV (1914)] III-3-1
verdekken (pannen) goed leggen: gōt lęqǝ (Valkenburg), goed rijen: gōt rijǝ (Valkenburg) De pannen definitief leggen. Zwiers II merkt op pag. 512 over het 'verdekken' op: ø̄Het goed en gelijk leggen der dakpannen op een beschoten dak, hetgeen pas geschiedt, nadat eerst het geheele dak ten ruwste gedekt is, ten einde het gebouw zoo vlug mogelijk waterdicht te maken. Bij het verdekken moet elke pan door klinken goed worden nagezien, of ze zonder bersten is en, waar noodig, iets afgehakt worden, wat bij Hollandsche pannen bijna altijd het geval is, ten einde ze goed sluitend te kunnen leggen.ø̄ [N 32, 47b] II-9
verdieping statie: schtasie (Valkenburg), stock (d.): schtok (Valkenburg) verdieping || verdieping van een huis III-2-1
verdord dor: dor (Valkenburg, ... ) Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)] III-4-3
verdriet; verdriet doen chagrijn: sjagring (Valkenburg, ... ), leed: leid (Valkenburg, ... ), verdriet: verdreet (Valkenburg, ... ), verdroot: cf. WNT XIX, kol. 1501 s.v. "verdroot"(znw.) "verdrot - verdroot"(znw.) en kol. 1502 s.v. "verdroten"= verdrieten  verdròòt (Valkenburg) leed [SGV (1914)] || smart [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)] III-1-4
verdwenen vort: voet (Valkenburg), weg: weg (Valkenburg) Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] III-1-2
vereniging die de processiepaaltjes plaatst processiecomit (<fr.): prosjesse comité (Valkenburg) De vereniging of groep die de dag voor de processie de paaltjes (met de processievaantjes) en de rustaltaren plaatst. [N 96C (1989)] III-3-3
verf verf: vęrǝf (Valkenburg), vɛrǝf (Valkenburg) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
verfrommelen fommelen: foemele (Valkenburg) Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)] III-1-2