22434 |
versieren (met bloemen) |
sieren:
seere (Q101p Valkenburg)
|
Het versieren van de straten op de dag(en) vóór de processie [tsere]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
18226 |
versleten |
kaal:
kaal (Q101p Valkenburg),
versleten:
versjlete (Q101p Valkenburg),
vəršlētə (Q101p Valkenburg)
|
door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
25829 |
versnijbier |
snijbier:
šnibēr (Q101p Valkenburg)
|
Het bier dat men gebruikt om te versnijden. De zegsman uit Q 99 merkt hierover op dat de resten van het brouwsel en van de gisting en het restant uit teruggekeerde vaten werden vergaard in tonnen van 5000 liter. In deze tonnen bevond zich na 2 à 3 jaren een zuur maar helder vocht. Vermengd met jong bier leverde dit het oud bier op. [N 35, 99; monogr.]
II-2
|
25828 |
versnijden |
versnijden:
vǝršnījǝ (Q101p Valkenburg)
|
Verschillende brouwsels mengen. In L 210 gebruikt men als versnijbier oud bier. [N 35, 88; monogr.]
II-2
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
špręi̯ (Q101p Valkenburg)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
18797 |
verstand |
verstand:
versjtant (Q101p Valkenburg)
|
het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
gescheit (du.):
gescheid (Q101p Valkenburg),
verstandig:
versjtendig (Q101p Valkenburg)
|
verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
baktand:
baktand (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
oogtand:
augstand (Q101p Valkenburg),
oigstand (Q101p Valkenburg),
oigtand (Q101p Valkenburg),
verstandstand:
verstandstand (Q101p Valkenburg)
|
verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
29112 |
verstellen |
stukkeren:
štø̜kǝrǝ (Q101p Valkenburg),
uitstukkeren:
ūtštøkǝrǝ (Q101p Valkenburg)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
22349 |
verstoppertje spelen |
koekverbergen:
koĕk verberge (Q101p Valkenburg),
Hgd. guck: kijk.
koek verberge (Q101p Valkenburg)
|
schuilevinkje spelen [SGV (1914)] || Verstoppertje, waarbij geroepen wordt koek, et is koek.
III-3-2
|