25752 |
wortketel |
bierketel:
bērkētǝl (Q101p Valkenburg)
|
De ketel waarin men het aftreksel van mout en water kookt met hop. Volgens de correspondent uit Q 99 was de ketel vervaardigd uit rood koper. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''koken''. [N 35, 30; monogr.]
II-2
|
25751 |
wortpomp |
wortpomp:
wǫrtpōmp (Q101p Valkenburg)
|
De pomp die men gebruikt om wort van de lekbak naar de wortketel te transporteren. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''jachtbuis''. [N 35, 35b; monogr.]
II-2
|
18117 |
wrat |
wrattel:
vrattel (Q101p Valkenburg)
|
wrat [SGV (1914)]
III-1-2
|
17679 |
wreef |
boven op de voet:
Recent meer gebruikt.
boven op të voet (Q101p Valkenburg),
wreef:
vreef (Q101p Valkenburg),
wreef (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
wregel:
vreigel (Q101p Valkenburg)
|
wreef [SGV (1914)] || wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
19354 |
wrevelig (zijn) |
kreutelig:
kreutelig (Q101p Valkenburg)
|
wrevelig, lastig
III-1-4
|
17892 |
wrijven |
wrijven:
vriêven (Q101p Valkenburg),
vrīēve (Q101p Valkenburg)
|
wrijven [ZND 25 (1937)] || Wrijven: met de hand herhaaldelijk over iets strijken (wrijven, frotteren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17922 |
wringen |
wringen:
vringe (Q101p Valkenburg),
vringə (Q101p Valkenburg)
|
wringen [ZND 25 (1937)] || Wringen: met een draaiende beweging samendrukken (wringen, wreken, wroeten) (of: wroeken?). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17888 |
wroeten |
wroetelen:
vreutele (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
vrø̄tǝlǝ (Q101p Valkenburg)
|
Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] || wroeten [SGV (1914)] || Wroeten: al woelend en zoekend graven in de grond (modden, wroeten, woelen). [N 84 (1981)]
I-12, III-1-2
|
24281 |
wulp |
jonk:
jonk (Q101p Valkenburg)
|
wulp [SGV (1914)]
III-4-1
|
18976 |
wulps |
bretsig:
cf. Weijnen Etymologisch Dialectwoordenboek p. 26 s.v. "bretsig" = dartel, wulps
bredsig (Q101p Valkenburg),
wulps:
zie ook WLD III, 2.2. lemmata "onkuis"en "geil, wellustig
wulps (Q101p Valkenburg)
|
wellustig, vervuld van sterk zinnelijk genoegen [wulps, wuft, wups, vet] [N 85 (1981)] || wulps
III-1-4
|