23664 |
completen |
completen (<lat.):
complete (Q101p Valkenburg)
|
De completen, namiddagdienst die op hoogfeesten en/of aan het einde van aanbiddingsdagen in aansluiting op de vespers werd gehouden en die vaak gevolgd werd door de lof- en dankhymne "Te Deum laudamus". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32599 |
composthoop |
drekmijt:
drɛkmīt (Q101p Valkenburg)
|
Bedoeld wordt een hoop van plantenresten, kaf-afval, zacht heggeknipsel, keukenafval, afval van weide of boomgaard, enz. die men regelmatig omzet en laat verteren tot vooral over de weide te strooien compost. [N M, 10c add.; N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 38a + b; monogr.]
I-1
|
22829 |
concert |
concert (fr.):
ps. deels omgespeld volgens Frings.
kòn[zɛ̄r (Q101p Valkenburg)
|
concert [SGV (1914)]
III-3-2
|
23975 |
concubine |
bijwijf:
biewief (Q101p Valkenburg)
|
Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23683 |
conferentie |
conferentie (<lat.):
conferentie (Q101p Valkenburg)
|
Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23202 |
congregatie |
congregatie:
kongregāse (Q101p Valkenburg)
|
congregatie [SGV (1914)]
III-3-3
|
23891 |
congregatie van de heilige familie |
aartsbroederschap van de heilige familie:
aartsbreur van de hèllige femiele (Q101p Valkenburg)
|
De congregatie van mannen (Aartsbroederschap der H. Familie). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23623 |
consecratie |
consecratie (<lat.):
consecraasie (Q101p Valkenburg)
|
De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23646 |
consecratiekaars |
consecratiekaars:
consecrasiekaerts (Q101p Valkenburg)
|
De consecratiekaars. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
30088 |
contrefort |
steunbeer:
štø̄nbē̜r (Q101p Valkenburg)
|
Vooruitspringende steunbeer of schraagpijler om het muurwerk te verstevigen en om eventuele druk van de tegengestelde kant, bijvoorbeeld veroorzaakt door de aanwezigheid van gewelven, weerstand te bieden. Zie ook afb. 31. In L 271 kende men steunberen die recht, schuin en trapsgewijze waren uitgevoerd. [N 31, 49; monogr.]
II-9
|