17908 |
dompelen |
dompelen:
dòmpele (Q101p Valkenburg),
soppen:
soppe (Q101p Valkenburg)
|
dompelen [SGV (1914)] || Dompelen: geheel doen onder gaan in een vloeistof (dompelen, duwen, soppen, onderduwen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24310 |
donderbeestje |
donderwormpje:
donderwörremke (Q101p Valkenburg)
|
donderbeestje: Kent u in uw dialect een woord om de zeer kleine zwarte beestjes aan te duiden die mij naderend onweer ploseling op de mens komen zitten? [N100 (1997)]
III-4-2
|
23050 |
donderdag voor carnaval |
vetdonderdag:
vètdonderdaag (Q101p Valkenburg)
|
De Donderdagen tusschen Lichtmis en Vastenavond.
III-3-2
|
25120 |
donderen |
donderen:
dòndere (Q101p Valkenburg),
⁄t dondert (Q101p Valkenburg),
hommelen:
eigl. hameren.
hommele (Q101p Valkenburg),
rommelen:
⁄t rommelt (Q101p Valkenburg)
|
donderen [SGV (1914)] || donderen [hommelen] [N 22 (1963)] || donderen, onweren
III-4-4
|
24832 |
donderkruid |
alant:
alant (Q101p Valkenburg)
|
donderkruid [DC 46 (1971)]
III-4-3
|
25122 |
donderslag |
helle donderslag:
hellə dóndərsjláágh (Q101p Valkenburg)
|
hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25121 |
donderwolk |
donderkoppen:
donderköp (Q101p Valkenburg),
donderlucht:
dóndərloch (Q101p Valkenburg)
|
lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] || zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25118 |
donderx |
donder:
den donder (Q101p Valkenburg),
dònder (Q101p Valkenburg),
hommel:
-verwant met brommen (eng. to hum), verbastering van hammer, hammel, een bijnaam van Thor den dondergod. -hamar is oorspr. een harde steen, later het werktuig of attribuut waarmee Thor op de wolken hamert. O46193
hommel (Q101p Valkenburg)
|
donder [N 22 (1963)], [SGV (1914)] || donder, onweer
III-4-4
|
25855 |
donker bier |
donker bier:
doŋkǝr bēr (Q101p Valkenburg)
|
Bier dat gebrouwen is uit donkere mout. Volgens de invuller uit Q 99 had dit bier een alcoholpercentage van 3,5 procent. [N 35, 96; monogr.]
II-2
|
25021 |
donker, duisterx |
bedompt:
bedomp (Q101p Valkenburg),
donker:
donkel (Q101p Valkenburg),
donker (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
dònker (Q101p Valkenburg),
duister:
duuster (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg)
|
donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)]
III-4-4
|