e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q166p plaats=Vechmaal

Overzicht

Gevonden: 1244
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozenbottel hanenkul: haonekulle (Vechmaal) rozebottel [ZND 02 (1923)] III-4-3
rug rug: pijn in m reuk (Vechmaal), reg (Vechmaal), rø̜k (Vechmaal), rugstrang: rø̜kstrā.ŋk (Vechmaal) de rug [ZND 29 (1938)] || ik heb pijn in de lendenen (in de rug) [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9, III-1-1
rug van het blad van de zeis rug: rø̜k (Vechmaal) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
rugstuk rugstuk: rugstuk  røͅkstøͅkt (Vechmaal) karbonaden [Goossens 1b (1960)] III-2-3
ruiken ruiken: Tans, J.G.H., Isoglossen rond Maastricht in de dialecten van Belgisch en Nederlandsch Zuid-Limburg. Maastricht, uitg. Van Aelst, 1938. 246 pp.  y, y: (Vechmaal) ruiken III-1-1
ruin ruin: rø̜i̯n (Vechmaal) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruiten in het kaartspel koeken: koeke (Vechmaal) Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - III. Ruiten. [DC 52 (1977)] III-3-2
runderhorzellarve madenknoop: mōͅknyp (Vechmaal) worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)] III-4-2
rundvee koebeesten: kǫu̯bestǝ (Vechmaal) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rups rups: roeps (Vechmaal) rups rups [DC 46 (1971)] III-4-2